Bioloog en eigenaar van Tuincentrum Soontiëns, Jeroen Soontiëns beantwoordt wekelijks een tuinvraag van onze lezers. Deze week behandelt hij de vraag van de heer Apeldoorn:
Achter in mijn tuin staat een grote witbloeiende kastanjeboom, die er niet goed uitziet. Hij is vanaf eind augustus al bijna kaal en het blad heeft de hele zomer een verfomfaaide indruk gemaakt. Moet ik bang zijn dat deze boom steeds verder aftakelt? Ik wil hem niet kwijt.
Antwoord:
Uw kastanjeboom heeft last van de paardenkastanjemineermot. Deze mot kan een ware plaag zijn en is dit groeiseizoen in bijna alle kastanjebomen aanwezig. We hebben het hier over de paardenkastanje (Aesculus) en niet over de tamme kastanje (Castanea). De tamme kastanje is een andere boomgeslacht en heeft niets te vrezen van dit motje. De paardenkastanjemineermot is een motje uit Azië van slechts enkele millimeters groot. In het voorjaar komen zij tevoorschijn en leggen eitjes op het blad van de boom. De rupsen vreten zich een weg naar binnen in het blad en leven vervolgens tussen de boven- en onderkant van het blad. Hierdoor is de rups beschermd tegen insecteneters. Na verpopping legt de nieuwe mot weer eitjes op het blad. Dit proces herhaalt zich zo’n drie keer per seizoen. Een kastanjeboom ziet er daardoor in de loop van het groeiseizoen steeds minder vitaal uit. Aan het einde van de zomer zijn de bladeren voor de boom zo ver achteruitgegaan dat ze afvallen. De boom wordt dan vroegtijdig kaal. Om de aantasting te beperken kunt u allereerst het afgevallen blad in de herfst zoveel mogelijk opruimen. De mot overwintert hierin, dus u beperkt hiermee de hoeveelheid nieuwe motjes in het voorjaar. In het groeiseizoen kunt u een feromoonval ophangen. Deze val lokt mannelijke motjes met behulp van een geurstof. Zo kunt u weer genieten van de bloesempracht van de kastanje in het voorjaar.
Heeft u ook een tuinvraag voor Jeroen Soontiëns? Mail dan naar: info@tuincentrumsoontiens.nl (o.v.v. Groot Eindhoven). www.tuincentrumsoontiens.nl