EINDHOVEN - Aan het einde van de 60er jaren gingen zo’n 5000 jongeren elk jaar op dansles. De dansscholen Van Vuuren en Need hadden de grootste aanloop. Ondanks het feit dat in 1967 de traditionele ballroomdansen zoals de Engelse Wals, de foxtrot en de tango niet hoog scoorden bij de jeugd gingen zij massaal op dansles. Het was blijkbaar een deel van de opvoeding. Het was de beatmuziek die in al zijn variaties hoogtij vierde. Er werd lekker los, zonder vaste patronen volop geswingd. In Eindhoven maakte in die tijd twee dansscholen de dienst uit.
Op de Tramstraat zat dansschool Van Vuuren met als motto ‘Stijl en gratie vormen Van Vuurens reputatie’. Lange tijd ontbrak het swingen op de beatmuziek op het programma. Dit in tegenstelling tot dansschool Gerard Need aan de Mauritsstraat. Hij vond stijldansen prima maar anticipeerde al vroeg op de stijlbreuk die onder invloed van de Amerikaanse bevrijders plaats vond.
Het swingen werd populair ondanks dat deze dans door vele zedenmeesters in de ban werd gedaan. De jeugd van Het Joriscollege en het Sint Catharinalyceum meldde zich na 1950 daarom vooral bij Van Vuuren, terwijl de leerlingen van het Gemeentelijk Lyceum Eindhoven (GLE) op dansles gingen bij Need.
Need was de eerste in Eindhoven die het dansen op de beatmuziek alle kansen gaf, waarbij hij het in zo’n vorm goot dat het stijl kreeg. Het belangrijkste van elke dans was het op een passende manier met elkaar omgaan. Voor hem waren de centra waar, onder het mom van jeugdwerk een groot aantal jongeren in het weekend in donkere lokalen de gelegenheid kregen tot dansen een doorn in het oog. Wat daar gebeurde verdiende voor hem de term dansen nauwelijks. Dit in tegenstelling tot de Mauritsstraat waar elk weekend 1.000 jongeren, de jongens in meerderheid in jasje dasje en de meisjes in rok en blouse, de zalen van Need vulden, waarbij ondanks alles de foxtrot één van de favorieten was.