Toen we een gedeelte van de overkapping bij onze voordeur bebouwden, nam ik deze nieuwe ruimte in gebruik als mijn werkplek. Een ideale plek, want zittend aan mijn werktafel heb ik uitzicht op een pal voor het raam geplaatst vogelhuisje. Terwijl ik deze column schrijf, doen zich allerlei vogeltjes tegoed aan zaden, pitten, nootjes en vetbollen.

Het is herfst en de natuur bereidt zich voor op de winter. Echter, tot vorige week was het nog steeds terrasjesweer. Bij Mathilde op de Kleine Berg was het zelfs op een doordeweekse dag zoeken naar een plaatsje.

Vooral in ‘t weekend is dit een drukke straat waar auto’s, fietsers, scooters en voetgangers hun weg zoeken. Tot onvrede van de gevestigde ondernemers heeft de gemeenteraad met een meerderheid van stemmen onlangs besloten deze straat autovrij te maken. Ik deel deze onvrede. Waarom moet alles autovrij gemaakt worden, vraag ik me af. Wanneer je in het buitenland komt, dan zijn het juist de aan een straat gelegen terrasjes die het drukst bezet zijn.

Ik deel de angst van de ondernemers dat wanneer er straks geen auto’s meer over deze straat mogen rijden het voor voetgangers levensgevaarlijk wordt om tussen snel oftewel supersnel rijdende elektrische fietsen te manoeuvreren. Ik vraag me dan ook af of de gemeenteraadsleden die voor autovrij gestemd hebben ter plekke onderzoek hebben gedaan.

Geheel iets anders wat me deze week raakte, is het feit dat de kleinzoon van Lenny Kuhr als Israëlische soldaat gewond raakte. Hij kreeg een schotwond in zijn buik. Gelukkig schijnt hij aan de beterende hand te zijn. Dit en de vreselijke strijd die momenteel aan Palestijnse en Israëlische kant heerst, deed Lenny besluiten een emotionele oproep op haar facebook pagina te doen om een kaars te plaatsen. Ze schreef onder meer: ‘In deze donkere dagen is het goed om om licht te vragen, te smeken zelfs. Maar nog beter is het om te weten dat wij dat licht zelf zijn en dat niemand maar dan ook niemand dat van ons af kan nemen. En dat licht dat treurt en huilt om alle gruwel. Om verlies en pijn en om alle onmenselijkheid.’ Ik huil met Lenny mee.

Dorothée Foole