Eindhoven verandert snel. Ik hoor het regelmatig als ik op wijkbezoek ben, of gewoon tijdens gesprekken met andere Eindhovenaren. Soms is de ervaring positief. De binnenstad wordt bijvoorbeeld razendsnel hipper, bruisender en jeugdiger. Maar soms wordt de verandering ook als negatief ervaren. De vertrouwde eigen woonwijk wordt bevolkt door nieuwe mensen, uit andere landen of leeftijdsgroepen, die niet per se dezelfde binding hebben met de buurt als hun voorgangers. De vertrouwde winkels verdwijnen, de kleine middenstander kan niet langer opboksen tegen de grote jongens.Al jaren heb ik de traditie om in het weekend een rondje te gaan winkelen bij vertrouwde adresjes. Dan langs de vaste supermarkten en als het kan afsluiten met gegrilde kip op de Woenselse Markt. Daar tussenin ga ik altijd naar de Turkse bakkerij op de Paul Krugerlaan. Een plek waar ik van kinds af aan kom. Niet alleen voor de boodschappen, maar ook voor de gesprekken. De laatste gebeurtenissen in de wijk of de ontwikkelingen bij kennissen pik ik daar op. Mijn favoriete moment is het kopen van een pide (Turkse pizza) en het bijbehorende gesprekje met Ziya. Altijd een glimlach, een grap en een opmerking over de politiek. Ook de streken die hij en mijn vader elkaar vroeger leverden, kwamen aan bod. Soms kon ik de pide thuis opnieuw opwarmen, omdat ik te lang bleef hangen. Ik kom er nog altijd. Het vlees, brood en de andere producten zijn net zo vertrouwd van smaak als voorheen. Maar Ziya is weg. Hij staat niet meer op de vertrouwde plek. Ik mis dus mijn vaste praatje. Maar Ziya verhuisde slechts. Hij vertrok naar de hippe ‘Down Town gourmet market’ aan de Smalle Haven. Hij wuifde de traditie gedag, en ging een nieuw avontuur aan. Waar de pides eerst in een Turkse bakkerij aan vooral Turkse mensen werden verkocht, staat Ziya nu met zijn producten tussen de Mexicaanse taco’s, Vietnamese loempia’s, Indiase wraps, Japanse sushi, Nederlandse pannenkoeken en ga zo maar door. Het voelt een beetje dubbel. Ik raak iets kwijt uit mijn vaste ritme, gekoppeld aan mijn verleden. Dat steekt een beetje. Maar ik put er vooral hoop uit. Dat dingen kunnen veranderen ten goede. Dat je mee kunt gaan met de nieuwe tijd. Dat je vanuit de eigen cultuur deel kan uitmaken van een groter geheel. Dat hoeft elkaar niet te bijten. Nou ja, een klein hapje dan, in dit geval.