Rob Weekers

Hechte band Eindhoven en Minsk

Het wordt ook wel de laatste dictatuur van Europa genoemd, maar Wit Rusland is beetje bij beetje aan het veranderen. De Eindhovense stichting Pomosjtsj -Hulp- Minsk heeft daar een kleine, maar niet onbelangrijke bijdrage aan geleverd. Aan het einde van het jaar trekt de stichting de stekker eruit. De mensen die 23 jaar geleden aan de basis stonden van de oprichting ervan vinden het mooi geweest. “We hebben veel bereikt.”

EINDHOVEN - Onlangs nog brachten leden van de stichting samen met Muziekvereniging Eindhoven West en het barbershop Kwartet No shirts Required een bezoek aan Wit Rusland. Zes concerten stonden op het programma, en er werden bezoeken gebracht aan de diverse projecten waarvoor de stichting zich inzet.

Dat de stichting ermee ophoudt, is aan de ene kant jammer, vinden voorzitter José Backbier en bestuurslid Lis van Leeuwen. In een dikke 20 jaar bracht het tweetal tientallen bezoeken aan Wit Rusland. Het land is inmiddels als een tweede thuis gaan voelen. Niet in de laatste plaats omdat er langdurige contacten en innige vriendschappen ontstonden. “Wit Russen zijn bescheiden, maar warme mensen.”

In de loop van de jaren is de stichting betrokken geweest bij allerhande initiatieven en projecten. De zogeheten Millennium van de Verenigde Naties (het uitbannen van wereldwijde armoede) hebben centraal gestaan in de keuze van de projecten. En dat zijn er nogal wat. Zo was de organisator van de laatste ‘muziekreis’, Hans van Vehchel, jarenlang coördinator van het project Kinderkamp, voor kinderen met een slechte gezondheid.

Begin jaren negentig van de vorige eeuw kwam het land na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie op eigen benen te staan. De economie van Wit Rusland kende zeker ten opzichte van het westen een forse achterstand wat betreft innovatie en ontwikkeling. Jarenlang hebben veel vrijwilligers, organisaties, instanties en scholen met de stichting samengewerkt aan uitwisselingen met partijen in Minsk. Het uitgangspunt was altijd kennisoverdracht en leren op de werkvloer, vertalen naar de mogelijkheden in de eigen situatie.

“En daar zijn we goed in geslaagd”, zeggen Backbier en Van Leeuwen stellig. “De kennis die wij hebben overgedragen, is door de mensen in Wit Rusland gretig opgezogen, maar ook door de mensen daar gedeeld. In de loop van de tijd heeft het zich als het ware als een olievlek verspreid.” Natuurlijk, het is allemaal niet over één nacht ijs gegaan, weten ook Backbier en Van Leeuwen. “Veranderingen hebben nu eenmaal tijd nodig. Maar het feit dat er iedere keer stappen zijn gemaakt, is een duidelijk.” Van Leeuwen: “Het land heeft veel potentieel, maar kent ook, zeker op het platteland, veel armoede.” Backbier: “De mensen daar kunnen nu verder. En natuurlijk, helemaal kunnen we het land niet loslaten, de vriendschappen zijn blijvend.”