In de rubriek ‘Door de lens van…’ tonen fotografen een selectie van hun favoriete werk. Dit keer met Eddie Mol. Hij fotografeert voor bedrijven, overheden, kranten en magazines. Daarnaast runt hij met Freekje Groenemans in Eindhoven de studio Mol & Groenemans, gespecialiseerd in portretfotografie.
Door Marjolein van Hoof
Hoe is je interesse voor fotografie ontstaan?
Als kind was ik al artistiek georiënteerd en gefascineerd door plaatjes: niet alleen fotografie, ook andere kunst als schilderijen en tekeningen. Ik was vrij jong toen ik al een pocketcamera had met zo’n Kodak filmrolletje erin. Dat nam je mee op vakantie en dan ontdekte je thuis allerlei foto’s die uit focus waren of verkeerd gekaderd. Niemand kan meteen goed fotograferen, ik ook niet.
Later, toen ik op de Grafische School in Eindhoven zat, was Fotografie een bijvak en daar werd ik heel gelukkig van. Er was één makke: je had in die tijd nog een doka nodig. Vijftien jaar lang fotografeerde ik puur voor de lol, pas met de komst van de digitale camera heb ik er mijn werk van gemaakt. Het leuke aan digitale fotografie is dat je heel veel fouten mag maken. Al maak je duizend foto’s, het maakt niet uit. Het levert juist veel studiemateriaal op: wat ging hier fout? Vanaf het moment dat ik mijn eerste klussen kreeg, ben ik me echt gaan verdiepen in fotografie en dat doe ik nu nog steeds. Elke dag kijk ik naar werk van anderen. Wat doen ze daar? Wat maakt die foto zo sterk?
Mijn eerste opdrachtgevers waren kleine ondernemers. Op de een of andere manier wisten ze me al snel te vinden. Weet je wat het allerbelangrijkste is? Je netwerk. Negentig procent van het succes komt door mensen die het jou gunnen. Je kunt jezelf op je borst kloppen en zeggen: nou, dat heb ik toch maar even mooi gedaan. En deels is dat misschien terecht, omdat je hard gewerkt hebt, integer bent gebleven, je met hart en ziel hebt ingezet voor iets wat je mooi vindt. Maar zonder je netwerk: vergeet het maar.
Wat fotografeer je vooral?
Mensen in alle vormen en maten. Ze komen allemaal met een eigen reden: voor hun werk of misschien omdat ze gewoon een mooie foto van zichzelf willen hebben. Iedereen heeft een eigen verhaal en dat maakt het voor mij super interessant. Ik kijk nog steeds elke dag als een kind vol verwondering naar anderen; hoe ze zijn, wat ze doen en daar leer ik zelf ook veel van.
Wat ik heel belangrijk vind, is dat mijn fotografie ethisch klopt. Daarvoor maak je vooraf afspraken. Hoe ga je om met personen die niet in beeld willen? Of wat doe je met foto’s waarop ze heel ongunstig staan? Een bekend persoon die net een slok water neemt en toevallig scheel kijkt: misschien dat je daar bij sommige media een behoorlijk bedrag voor zou kunnen krijgen maar dit soort ongelukkige beelden worden bij mij direct digitaal vernietigd. Ik vind het heel belangrijk dat personen goed op de foto staan, de rest gooi ik weg.
Over welke foto’s ben je het meest tevreden?
Goh, moeilijk. De meest aansprekende beelden zijn toch van bekende Nederlanders. Een foto van de voorzitster van een sportclub kan net zo mooi zijn als van burgemeester Jeroen Dijsselbloem, alleen de plus is dat hij direct herkend wordt. Ik heb diverse BN’ers voor de lens gehad. Vooraf doe ik altijd mijn research, kijk wat voor foto’s er tot nu toe zijn gemaakt. Ik wil het vooral anders doen. Ik probeer altijd genoeg tijd te claimen - niet even snel een kwartiertje een foto knippen - en het liefst spreek ik hier af, in mijn studio. Ze staan dan niet in hun eigen omgeving en daardoor veranderen ze. De studio is het gegeven, de poppenkast, de invulling is aan mij. Een ander soort foto maken, kan in hele kleine dingen zitten. Neem dit portret van Klaas Dijkhoff: ik heb gewoon een oude Philips lamp naast hem opgehangen, dat is de link met Eindhoven. Voor de rest is het gewoon een portret, maar wel een perfect gemaakt portret. Moet je mij horen, zeg je zoiets over jezelf?
Hoe zou jij jouw stijl omschrijven?
Ik houd van klassieke schilderkunst en Hollandse meesters en dat zie je terug in mijn werk; in de dramatiek en de sprookjesachtige werkelijkheid. Ik houd ook heel erg van Film Noir: harde zwart-wit foto’s à la Hitchcock. Toch zou ik mijn stijl niet als ‘klassiek’ willen omschrijven, want daarmee zou ik mijn productiewerk tekort doen. Belangrijkste is dat ik iets wil laten zien. Ik hoef geen pasfoto te maken, het mag best in your face zijn. En er moet emotie in zitten, van mezelf en van diegene die daar staat.
Wat ik heel graag wil, is nog meer de artistieke kant op. Bij portretten eerst kijken: wat zit er achter die ogen? En dan: hoe vang ik dat in beeld? Dus nog veel meer op de ziel gaan zitten, meer in de droom.
Wat betekent fotografie voor jou?
Vrijheid. Het verschaft mij alles wat ik nodig heb. Het stelt mij in staat om mensen te ontmoeten, veel meer dan wat ik normaal als persoontje zou durven. En ik vind het heerlijk om op pad te zijn, naar een opdracht te rijden met mijn favoriete muziek aan. Het geeft me een gevoel van onafhankelijkheid en dan ben ik de gelukkigste mens op aard.
Wat is het mooiste compliment wat je ooit kreeg?
Het is natuurlijk altijd fijn om een compliment te krijgen over mijn foto’s, maar minstens zo belangrijk is dat mensen tevreden zijn over mijn werkwijze en zich op hun gemak voelen. Dat ik niet bedreigend was, want dat ben je snel met zo’n camera in de hand. Ik kan foto’s maken, dat weet ik, maar als mensen achteraf zeggen: goh, wat hebben we het fijn gehad bij jou, dát vind ik het grootste compliment.
www.eddiemol.com