Verre landen ontdekken met reisprogramma’s, Facebookpagina’s, Instagram profielen. Dat is mijn manier van ontspannen van een drukke week. Elke keer weer raak ik verwonderd door prachtige foto’s van natuurgebieden of culturen. Het doet me stilstaan bij de unieke planeet waarop we leven. En dat we daarom heel zuinig moeten zijn op wat we hebben. Ook al is dat soms wat ongemakkelijk en met minder comfort. Bij mij kwam het besef dat we de aarde niet moeten gebruiken, maar er heel zuinig op moeten zijn, door die onbereikbare plekken en culturen op internet en tv te zien.
Daarnaast ben ik ook een beetje jaloers op de wereldreizigers die deze plekken bewonderen. En heb dan ook via Instagram soms ook contact met mensen die veel reizen. Afgelopen donderdag kreeg ik nog een heel leuk pakketje met een ballon van een van die reizigers, waarmee hij mij succes wenste met de verkiezingscampagne.
“Het doet me stilstaan bij de unieke planeet waarop we leven”
Diezelfde avond keek ik naar ‘Floortje naar het Einde van de Wereld’. Ze was op bezoek bij twee Nederlandse tropenartsen die op vier dagen reisafstand van Nederland wonen in Papoea Nieuw Guinea. Ze helpen daar gigantisch veel mensen die over een uitgestrekt armoedig gebied wonen. Je zag de rauwheid van de armoede en de oneerlijke verdeling van de welvaart over de wereld. De artsen moeten continu een afweging maken: zetten we een medicijn in voor iemand die weinig kans maakt, of bewaren we het voor een ander met meer kans op overleven. Letterlijk kiezen tussen leven en dood.
Wat me in de uitzending opviel was dat kinderen oude frisdrankblikjes gebruikten als drinkbeker. Een pijnlijke vraag drong zich aan me op. Waarom lukt het ons wel om cola naar het einde van de wereld te transporteren en niet om medicijnen te brengen? Misschien iets om over na te denken in de vastentijd, na de uitbundigheid van carnaval.