Onlangs zijn er stemmen opgegaan om een monument op te richten voor de arbeidsmigranten die in de jaren 60 naar Eindhoven zijn gehaald om de ernstige krapte op de arbeidsmarkt te lenigen. Turkse, Marokkaanse en Spaanse gastarbeiders vonden hier ver van huis en gezin goedbetaald werk.
De Turkse en Marokkaanse arbeiders zijn voor het merendeel hier gebleven en met hun gezin herenigd. De Spaanse gastarbeiders daarentegen zijn bijna allemaal naar hun land teruggekeerd, nadat Spanje na de dood van dictator Franco (1939-1975) de weg naar de democratie en welvaart terugvond.
In1950 werkte ongeveer de helft van de Spaanse bevolking in de landbouw. In 1965 was dat gedaald tot een derde. Industrie en dienstverlening groeiden in Spanje niet zo hard om dat arbeidspotentieel op te vangen. De Spaanse regering stond daarom toe om in het buitenland te gaan werken. Dat leverde de schatkist van het Franco-bewind aardig wat deviezen op, want wat hier verdiend werd, werd naar huis gestuurd.
Philips zag dat Spaanse arbeidspotentieel wel zitten en liet hen naar Eindhoven overkomen. Voor hen liet Philips op verschillende locaties in Noord-Brabant behuizing bouwen. In Eindhoven aan de Beemdstraat. Het waren mooie verblijven en per unit gaven ze onderdak aan acht Spanjaarden. Veel privacy was er niet, maar in die tijd stond dat niet hoog op de agenda. Frits Philips opende in 1966 de locatie, die de naam El Prado (naar het museum in Madrid) kreeg. Toen Spanje na de dood van dictator Franco (1975) zich in rap tempo politiek en economisch begon te ontwikkelen, keerden veel Spanjaarden naar huis terug. In 1980 werd El Prado gesloten. Of het in dat jaar ook afgebroken werd, weten we niet.