We kennen St. Martinus beter als St. Maarten en zeker als kinderen op zijn dag, 11 november, de straat op gaan om met een lampion in de hand aan te bellen en een liedje te zingen met zijn naam. Wellicht minder bekend, is dat St. Martinus de beschermheilige is van het stadsdeel Tongelre.
In Tongelre wordt nog jaarlijks een toneelspel opgevoerd door het St. Martinusgilde. Onder tromgeroffel en het zwaaien van de gildevlaggen verschijnt een halfnaakte bedelaar en is de toeschouwer getuige van de edelmoedigheid van St. Martinus. Aan hem herinneren de St. Martinuskerk, de St. Martinusstraat, het St. Martinuskerkhof en het St. Martinusgilde.
St. Martinus moet rond 316-317 in Hongarije geboren zijn uit Romeinse ouders en kreeg een afgeleide naam van de Romeinse oorlogsgod Mars. Zijn vader was een hoge militair die verplaatst werd naar Italië en daar kwam de jonge Martinus in aanraking met het Christendom. Hij wilde monnik worden, maar zijn vader verbood dat en stuurde hem naar het leger.
Daar werd hij cavalerist en tijdens een koude veldtocht in Gallië ontmoette hij een bijna naakte bedelaar. Hij sneed met zijn zwaard zijn mantel in tweeën en gaf de helft aan de bibberende bedelaar. Die bedelaar ontpopte zich als Jezus Christus.
Martinus liet zich dopen en op zijn 40ste werd hij een verspreider van het geloof. Hij werd in 371 gewijd tot bisschop van Tours. Deze populaire heilige is patroon voor veel beroepen, waaronder soldaten, ruiters en hoefsmeden.