Ruim drie jaar is Edo Righini directeur van Muziekgebouw Eindhoven. Lang genoeg om een tussenbalans op te maken, én om vooruit te kijken. Maar bovenal wil Righini dat Muziekgebouw Eindhoven dé huiskamer van de stad wordt. “Een elitair podium voor louter klassieke muziek zijn we allang niet meer, juist niet!”

Door Rob Weekers

De wieg van Righini stond in Florence, waar hij 50 jaar geleden werd geboren als zoon van een bankier die de kleine Edo liet kennismaken met opera. Aan het conservatorium studeerde hij klassieke gitaar, en vertrok vervolgens naar Hilversum om daar jazzgitaar te studeren. Daarnaast verdiepte hij zich in psychologie en economie. Van zijn twintigste tot zijn veertigste toerde en speelde hij als gitarist met verschillende bands, en stond op het podium met artiesten als Amy Winehouse, Dee Dee Bridgewater en Mike Mainieri. In Amsterdam werd hij docent en was adjunct-directeur van het conservatorium.

Ambities

Hoe krijgen we zoveel mogelijk mensen over de vloer? En hoe zorgen we ervoor dat het Muziekgebouw een plek wordt waar iedereen zich thuis voelt? Het waren dé kernvragen die Edo zich voorhield sinds zijn aanstelling als directeur van Muziekgebouw Eindhoven in 2021. De start, midden in de covidperiode en de lockdown, was op voorhand pittig. Achteraf gezien bleek het voor Edo een blessing in diguise. “Juist omdat er geen concerten waren, hadden we tijd om ons af te vragen: wat willen we, waar liggen onze ambities, en hoe gaan we dat aanpakken? Verbinding maken met zoveel mogelijk mensen, daar gingen we voor. Dat heeft goed uitgepakt”, blikt Edo terug. In marsorders gelooft de Italiaan niet. “Mensen zijn bij ons een deel van het geheel, hebben een stem, mogen meedenken en meedoen.”

Waarde voor de stad

Verkeerde het Muziekgebouw een aantal jaren terug nog in zwaar weer, inmiddels is er een sluitende begroting en zijn de cijfers veelbelovend. Zo kent het Muziekgebouw 30% meer betalende bezoekers ten opzichte van de periode voor corona, en is er sprake van bijna een verdubbeling van de omzet. Met 180.000 betalende bezoekers per jaar is het Muziekgebouw een factor van waarde voor de stad. “En we hebben in de breedte een groter publiek weten te bereiken”, voegt Edo toe.

Verplichting

Het was voor Edo een bewuste keuze om direct na zijn aanstelling als directeur van het Muziekgebouw in Eindhoven te gaan wonen. Inmiddels heeft hij er zijn draai helemaal gevonden. Partner Rosa voelt zich eveneens thuis in de Lichtstad, zoon Leo (11) gaat er naar de basisschool, en dochter Lisa (2) maakt het gezin compleet. “Al hebben we ook flinke tegenslagen gekend.” Edo wil er niet teveel over uitweiden. “Je hebt niet alles in hand, maar een deel wél. In het leven heb je altijd een keuze. Hoe maak je van een tegenslag iets positiefs? Kom je er sterker uit of niet? Is er een probleem, dan draai ik het om. Zo zie ik het ook met het Muziekgebouw. Ik stop nóóit, knok door. Dat is ook de verplichting die ik voel aan de stad. Het Muziekgebouw moet een plek zijn waar iedere Eindhovenaar zich thuis voelt.”

Themadagen

Om drempels te slechten, steekt Edo nadrukkelijk in om het Muziekgebouw ook van een sociaal-maatschappelijke waarde te laten zijn. “Een muziekmiddag voor kinderen met een beperking is voor mij net zo waardevol als een concert van een internationale topartiest als Robert Plant”, geeft hij aan. Met themadagen voor bijvoorbeeld de Turkse en Poolse gemeenschap en ook expats wil de directeur zoveel mogelijk mensen bereiken. “Een elitair podium voor louter klassieke muziek zijn we allang niet meer, juist niet!”

Magische momenten

Tijdens de talkshow Eindje van de Week in ’zijn’ Muziekgebouw benadrukte Edo Righini de waarde die cultuur volgens hem heeft. “Een stad zonder cultuur is als een lente zonder vogels”, heette het treffend. “Muziek biedt inspiratie, energie, kracht, en troost, verbindt mensen. Stel je voor dat je in je eentje een concert bijwoont van jouw favoriete artiest of band. Geniet je dan op dezelfde manier zoals je dat samen met anderen kan doen? Natuurlijk niet, muziek schept een band, kan op sommige momenten magisch zijn.”

Brede smaak

Aan de muur in zijn kantoor hangt een aantal ingelijste muziekalbums. Artiesten die je niet direct met elkaar in verband brengt. Phil Collins, Jimi Hendrix, John Coltrane, Shirma Rouse, Toto, Pavarotti hangen gebroederlijk aan de wand. “Al die platen hebben voor mij een persoonlijke betekenis, zijn herinneringen aan betoverende muziekavonden, of hebben in verschillende perioden in mijn leven een belangrijke rol gespeeld”, zegt Edo. “Ik heb een brede muzieksmaak, dat komt me in mijn functie best goed van pas.”

Liefhebber

Zijn eerste plaat die hij ooit kocht prijkt eveneens aan de muur: The Incredible Jazz Guitar, van gitaarvirtuoos Wes Montgomery. “Daar koester ik dierbare herinneringen aan, het is een stepping stone naar méér gebleken.” Oude liefde roest niet. In de hoek staat een Marshall-versterker, omringd met een aantal gitaren. “My baby”, zegt Edo, als hij een Ibanez rock-gitaar in zijn handen houdt. Het mag duidelijk zijn: Edo is een liefhebber. “Zo nu en dan speel ik nog wel eens, maar dat mag geen naam hebben”, zegt hij bescheiden. “Ik heb het er ook veel te druk voor.”

Florence doet het bloed nog steeds sneller stromen, maar Edo heeft Eindhoven in zijn hart gesloten. “Ik ben van de stad gaan houden, voelde me vanaf het begin welkom. Eindhoven voelt nog steeds als een mooi avontuur. En ja, ik ben trots dat we hier een concertzaal van allure hebben die ook internationaal hoog staat aangeschreven. Ook ben ik trots op de dynamiek die Eindhoven kent. Het is geen Florence, maar dat hoeft niet. Het is net al muziek: je hebt klassiek, maar ook jazz en punk.”

Eindhoven als Miles Davis

Hoe zit Eindhoven in dit verband er muzikaal uit? Edo moet er even over denken, dan met een grote grijns op het gezicht. “Eindhoven is innovatief, onconventioneel, vernieuwend, kent een diepe groove. Eindhoven is als Miles Davis in de jaren zeventig!”

Zijn werk als directeur van het Muziekgebouw zit er nog lang niet op, weet Edo Righini. “Ik heb het hier ontzettend naar mij zin, ga iedere ochtend fluitend naar mijn werk. Ik voel iedere dag nog mijn commitment naar de stad, wil zoveel mogelijk mensen blij maken. Dat heeft tijd nodig, daar zit ik nog middenin.”