Als het om de sport free run gaat, mag Eindhoven zich sinds kort hoofdstad van Nederland noemen. Free runners Siebe van de Spijker (21) en Tije van Oeveren (15) uit Eindhoven lieten tijdens het NK in Tilburg iedereen de hielen zien. De medaillehonger van de twee is voorlopig nog niet gestild.

Door Rob Weekers

Als een pijl uit een boog. Zo vloog Siebe tijdens het NK over een parcours met allerlei obstakels. Rennen, afzetten, springen, zweven door de lucht. Free runnen is met recht spectaculair. Indrukwekkend zijn de snelheden die worden bereikt. Een verkeerde inschatting, een slechte afzet of beroerde timing, en een ernstige blessure ligt op de loer. Want het gaat in een sneltreinvaart, zeker als er grote sprongen worden gemaakt. Siebe, nuchter: “Dat is het risico van het vak.” Tije is nog breukvrij; Siebe heeft al eens zijn enkel gebroken.

Snelheid, conditie, kracht, techniek, en niet in de laatste plaats timing, het zijn de voorwaarden om bij free running het verschil te kunnen maken. “Je moet in deze sport niet bang zijn en geen twijfels hebben”, zegt Siebe. “Een goede focus helpt ook. In een split second een beslissing kunnen maken als dat nodig is.” Air Awareness, zo omschrijft Tije het. “Stel: ik zou vallen, dan weet ik direct hoe ik me zou kunnen opvangen. Niet dat ik daar mee bezig ben, hoor.”

Passie

Van je passie je beroep maken. Siebe van de Spijker mag zich sinds kort fulltime free runner noemen. Zo geeft hij les, én maakt hij deel uit van Ish Dance Collective, een theatergezelschap dat een show met hiphop, dans en urban sports op de planken brengt. Deze week pakt hij zijn koffers om met het gezelschap voorstellingen in Hong Kong en Shanghai te spelen.

En dan staat in oktober ook nog eens het Wereldkampioenschap dat in Portugal wordt gehouden op de kalender. Daar krijgt de Eindhovenaar voor de eerste keer de kans om zich tot beste van de wereld te mogen kronen. “Ik zie het hem wel flikken”, zegt maatje Tije. ”Als Siebe op dreef is, kan hij iedereen verslaan.”

Dat geldt zeker op nationaal niveau, want Siebe mag zich inmiddels voor de zevende maal de beste van het land noemen. Voor Tije was het de eerste keer dat hij de hoogste treden van het erepodium mocht bestijgen. ”Dat voelt goed, en smaakt naar meer.”

Supervet

Siebe en Tije maken deel uit van Commit 040 op Strijp S, het kloppend hart van de free runsport in Eindhoven en omgeving. Rond de vierhonderd leden staan er geregistreerd. De sport zit de laatste jaren behoorlijk in de lift, en kent wereldwijd steeds meer beoefenaars.

De interesse voor het free runnen werd bij Tije gewekt toen hij eens een filmpje van een run van Siebe onder ogen kreeg. “Dat zag er supervet uit. Ik wist meteen: dat wil ik ook!” Siebe kende als inspiratiebron meervoudig kampioen freerunning Bart van der Linden. ”Ik heb veel van hem geleerd, vooral van zijn techniek.”

Explosief

Meester en leerling, zo kunnen de twee Eindhovense sporters ook wel worden omschreven. “Super explosief, en als hij eenmaal in het moment zit, is-ie niet meer te stoppen”, zegt Tije over zijn voorbeeld en inspiratiebron Siebe. “Allround, en behoorlijk wendbaar”, zo typeert Siebe zijn protegé. Hoewel free run bij uitstek een individuele sport is, is er binnen de groep van beoefenaars een sterk gemeenschapsgevoel, weten Siebe en Tije. Siebe: “We zien elkaar niet als concurrenten, maar als familie. Waar het kan, helpen we elkaar.”

Dat kan mogelijk anders worden als Tije volgend jaar in dezelfde leeftijdscategorie als zijn grote inspiratie Siebe mag strijden. “Mwah, ik weet het nog niet hoor”, zegt Tije over zijn kansen tegen Siebe. De beste kaarten zijn voor de huidig Nederlands Kampioen. Dat heeft niet alleen met ervaring te maken, maar ook met fysiek. Over een jaar of vijf zes zijn de krachtsverhoudingen tussen de twee meer in evenwicht. Siebe: “Tije komt er wel hoor, ik moet echt oppassen voor ‘m!”

Dat zijn grote voorbeeld Siebe hem onder zijn vleugels neemt, vindt Tije prachtig. “En ik heb al zoveel van ‘m geleerd. De belangrijkste les? Sneller zijn dan de rest!” Meester Siebe schiet in de lach. “Daar komt het wel op neer, ja.”