Dat mensen beseffen dat je maar één lichaam hebt waarmee je heel je leven moet doen, is voor Shanna van Mens een belangrijke drijfveer. Sommigen worden zich daarvan pas bewust als het te laat is. De personal trainer heeft het zelf ervaren. Voor haar dé reden om anderen te motiveren.
EINDHOVEN – Sporten is Shanna van Mens met de paplepel ingegoten. Haar moeder tenniste op hoog niveau, haar vader deed aan karate. Zelf koos ze op jonge leeftijd voor taekwondo. Ze schopte het tot het Nederlandse talententeam. “Doordeweeks was ik er dagelijks zo’n twee uur mee bezig. In het weekend mocht ik meetrainen met het team.” Dat haar hart tijdens die trainingen wel eens op hol sloeg, negeerde Shanna. “Soms had ik een hartslag van 280. Het werd ook wel eens zwart voor mijn ogen. Dan ging ik even liggen, nam een slokje water. Voor mijn trainer wist ik het goed te verbergen.” Totdat ze op haar achttiende wilde gaan duiken en een formulier moest invullen. “Bij één vraag twijfelde ik, maar vinkte toch een ‘ja’ aan. Dat was voor de duikinstructeur een reden om te zeggen dat ik het moest laten onderzoeken.” Dat deed Shanna.
De diagnose: een aangeboren hartafwijking. “Toen vielen er veel dingen op zijn plaats, want ik had ook last van extreme vermoeidheid.” Inmiddels is Shanna twee keer geopereerd. Bij de pakken neerzitten doet ze echter niet. “Sport is heel belangrijk voor mij. Het is mijn grootste passie.” Ze zocht naar een eigen ritme van sporten. “Ik ervaar hoe belangrijk én kwetsbaar je gezondheid is. Na de tweede operatie heb ik gevoeld hoe het is om ineens bijna niks meer te kunnen. Ik kon de trap niet meer op. Dat was heel confronterend.” Juist omdat Shanna die beperking heeft, vindt ze het belangrijk om anderen in beweging te krijgen. “Om te laten zien dat het geen belemmering is.” Als personal trainer inspireert en motiveert Shanna nu anderen in sport, voeding en leefstijl. “Het compenseert dat ik niet meer voluit kan gaan. Het allermooiste is wanneer iemand in de spiegel kijkt en zichzelf weer mooi vindt. Je geeft hen zelfvertrouwen terug.”