Deze week maakte het Sociaal Cultureel Planbureau bekend dat we in Nederland behoorlijk gelukkig zijn. Gemiddeld geven we ons leven namelijk een 7,8. Volgens het onderzoek wordt geluk voor een belangrijk deel bepaald door het gevoel regie te hebben over je leven. Dat klopt aardig met het beeld dat ik als wethouder krijg van onze samenleving.

Ik ontmoet tijdens mijn werk veel gelukkige mensen - of dat vermoed ik toch. Optimisten, die geloven dat ze het verschil kunnen maken. Soms tegen de wind in. Mensen die door hun positie, talenten, achtergrond of opleiding de wind mee hebben en stevig achter het stuur van hun leven zitten. Mensen die daar maximaal van kunnen en willen genieten.

De andere kant van het vak is dat je ook veel mensen ontmoet die meer slachtoffer van het leven zijn. Mensen die weinig invloed kunnen uitoefenen op hun toekomst. Mensen die vechten tegen pech, instanties, ziekte, eenzaamheid of andere donkere wolken die boven hen hangen. En toch zie ik zelfs bij die mensen vaak sprankjes hoop, en zon achter de wolken.

Ik kom ook erg veel in contact met vrijwilligers. En daarmee gebeurt iets heel bijzonders. Zij nemen geen genoegen met hun eigen goede leven, maar delen hun tijd en energie met anderen. Daarmee krikken zij het gelukscijfer dubbel op, omdat ze anderen én zichzelf gelukkiger maken. Dat is nog eens efficiënt werken...

Gemiddeld voor een 7,8 gelukkig zijn, dat is een erg bemoedigend cijfer. Maar het is een gemiddelde, en geen mens is gemiddeld. Iedereen beleeft het leven anders en heeft een verschillende definitie voor geluk. Ik zou haast zeggen: gelukkig maar.