Muzikanten van heinde en verre stonden op het podium van dit karakteristieke bruine kroegje-op-de-hoek in Strijp: Café Kraaij & Balder. Begin 2020, een paar weken voor corona, overleed eigenaar Kees Kraaij. Sindsdien runt Hermien Balder de kroeg alleen. “Ik ben trots dat ik het toch gered heb.”

Door Marjolein van Hoof

Een warm welkom in dit knusse kroegje, met een lachende Hermien en een kroelende Iggy: “Geen Iggy Pop, maar Iggy Poes”, grapt Hermien. “De meest gefotografeerde kat van Nederland. Hij kruipt bij vreemde mensen op schoot en brengt de gasten naar huis. Laatst vond ik hem bij het Philips Stadion: was ie weer met iemand meegelopen.”

Kraaij & Balder, al sinds 1995 een verlengde huiskamer voor menig Strijpenaar en daarbuiten. “Voor mij is de kroeg een groot deel van mijn sociale leven”, vertelt Hermien. “Sommige gasten ken ik al 28 jaar, die komen hier al vanaf dag één.”

De liefde

Hermien was 30 toen ze Kees ontmoette: “Tijdens carnaval in Nuenen”, vertelt ze. Was ze eerder voor de liefde verhuisd naar Den Haag, de liefde voor Kees bracht haar terug naar Eindhoven. Vijf jaar later openden ze samen Kraaij & Balder.

“Kees zat in de automatisering en ik in de zorg. We hadden allebei tabak van ons werk en we hadden de droom om iets voor onszelf te beginnen. Kees had al wat horecaervaring bij Station Charlotte in Nuenen, waar hij optredens verzorgde. Ik had alleen ervaring voor de bar”, lacht ze.

Ze kochten het pandje aan de Strijpsestraat 79. “Daarvoor zat hier een Portugees restaurant; toen we de sleutel kregen, stonden de tafeltjes nog gedekt. We hebben wat verbouwd, het podium kwam er en op 10 februari 1995 gingen we open. Wij gingen erboven wonen.”

Sindsdien is er weinig veranderd aan de inrichting, alleen het podium heeft Hermien vervangen voor een grote lange tafel.

Redding

“Toen we begonnen, was het echt sappelen. Kees werkte extra bij in de IT; dat is onze redding geweest. Het duurde een paar jaar voordat het café lekker ging lopen.”

Het succes kwam met name door de vele optredens in Kraaij & Balder. “We boden een laagdrempelig podium. Toen muzikanten daar eenmaal lucht van kregen, kwamen ze wel. In het begin was het vooral kleinschalig schuifdeurenwerk. Tot we de jazzclub binnen kregen die artiesten meenam. Eric Vloeimans en Hans Dulfer hebben hier zelfs gestaan.”

Naast muziek, bood Kraaij & Balder een podium voor dichters, comedians én voor de talkshow ‘Geloof, Troost & Biefstuk’. “Een initiatief van Erwin Troost; erg leuk. Hij regelde de gasten. Oud-burgemeester Welschen is hier geweest, maar bijvoorbeeld ook Armand.”

Eigen winkeltje

De verdeling tussen Hermien en Kees was vanaf het begin duidelijk. “Ik deed de bar, hij de muziek. Zo hadden we ieder ons eigen winkeltje en dat werkte prima. Kees deed altijd het geluid: had ie zichzelf aangeleerd en dat deed hij goed. Op het laatst werd hij alleen een beetje doof en zette hij de microfoons van de zangeressen heel hard”, grinnikt ze.

“Voor Kees was dit café zijn kindje. Hij was er trots op, vooral als er een optreden was en hij het geluidje weer mooi had neergezet.”

Geliefd man

”Kees was bij veel mensen geliefd en nu nog steeds. We hebben het vaak over hem. Hij was een integere man, aardig, creatief, buitengewoon intelligent en met een zeer goed gevoel voor humor”.

Begin januari 2020 sloeg het noodlot toe en overleed Kees op 68-jarige leeftijd. “Negentien jaar geleden heeft hij al eens op het randje gelegen vanwege levercirrose. De laatste jaren had hij COPD. Hij ging hard achteruit, toch wisten we niet dat hij dood zou gaan. Een schimmel in zijn longen werd hem fataal: zijn lever kon de medicijnen niet verdragen.”

“Op het laatst kon hij niet meer naar boven. Zijn zoons hebben zijn bed beneden in de kroeg gezet, op het podium. Uiteindelijk is hij daar, op zijn favoriete plek, gestorven”, glimlacht ze.

Schaduw

“Kees was echt het gezicht van het café, ik stond altijd een beetje in zijn schaduw. En dan moet je het ineens alleen gaan doen. Tien dagen na zijn overlijden ging ik weer open. Ik dacht: Ik kan wel gaan zitten huilen op een stoel, maar daar schiet je niets mee op.”

En toen kwam corona: “Ja, dan kun je niets. Toch heb ik het niet als negatief ervaren. Als het dan toch moet, dan maar alles tegelijkertijd. Gelukkig had ik wel wat spaargeld, dat scheelt natuurlijk”.

Pas toen de kroegen definitief open mochten, kon Hermien de boel gaan opbouwen. “Dat was het eerste jaar moeilijk, maar inmiddels heb ik mijn draai aardig gevonden. Ik ben nu vier dagen per week open. Elke donderdag kookt de schoondochter van Kees voor onze gasten. En er zijn weer wat optredens; in december begint het seizoen. Gelukkig weten muzikanten ons nog altijd te vinden. Ik ben best trots dat mensen nog steeds komen en dat ik het toch gered heb.”

Zou Kees trots zijn geweest? “Ja, dat geloof ik wel. Ik denk dat hij heel blij is dat het café is voortgezet.”