Toen ik een kind was kwamen bij mij thuis namen als Nihal Dogan (presentatrice op Nederland 3), Ilham Top (de eerste voorzitter van de Fatih Moskee aan de Willemstraat), Yusuf Toprak (eerste raadslid van Turkse komaf) en Cengiz Çinar (vertegenwoordiger van de Turkse arbeiders) veelvuldig ter sprake. Ik ben vast een paar mensen vergeten, maar mijn punt is dat de Turkse gemeenschap een aantal vooraanstaanden had.

Zij behartigden de belangen van de Turkse gemeenschap, maar maakten hen ook wegwijs bij de gemeente, in het ziekenhuis en in het onderwijs. Zij waren de tolk, de maatschappelijk werker en het boegbeeld van de gemeenschap. Zij motiveerden de mensen om zich vooral te richten op Nederland, zelf de Nederlandse taal te leren en hun kinderen zoveel mogelijk onderwijs te laten genieten.

De gemeenschap was hecht en overzichtelijk in grootte. Vandaag de dag is dat anders. Ook de Turkse gemeenschap heeft in Nederland een soort ontzuiling doorgemaakt. Afgelopen week is één van de boegbeelden en zeer gerespecteerde mensen overleden; Cengiz Çinar. Hij had een indrukwekkende carrière. Van jonge arbeider naar vakbondsman naar academicus. Ondertussen runde hij ook nog een gezin met vijf kinderen én was hij er altijd voor de mensen die hulp nodig hadden. Terecht dat hij een Koninklijke onderscheiding kreeg in 2012.

We moeten vaker afscheid nemen van deze eerste generatie gastarbeiders. Daarom aan ons de taak om in hun geest door te gaan en het stokje over te nemen. Cengiz Çinar is één van mijn inspiratoren geweest. Ik heb geleerd om me, in plaats van gast, eigenaar te voelen van mijn stad Eindhoven. De plek waar ik geboren en getogen ben. Voor mij is zijn missie voltooid. Het is nu aan mij en mijn generatie de taak om de nieuwe generatie jongeren te inspireren om te werken aan de toekomst van de stad en de samenleving. Dat zijn we onze voorouders verschuldigd.