Het verlies van het Stroomhuis na een felle brand valt de muziekliefhebber rauw op het dak. Niet in de laatste plaats omdat het een culturele broedplaats was die muzikanten, kunstenaars én bezoekers veel te bieden had. Of het Stroomhuis op een andere plek in de stad een doorstart maakt, valt nog te bezien. Wel zijn er ontelbare steunbetuigingen, acties en een crowdfundactie die hoopvol stemmen. Nu de rookwolken zijn opgetrokken, resten alleen nog herinneringen aan het underground bolwerk dat het ooit was.

Door Rob Weekers

Mike Dobber, muzikant en regisseur bij Dynamo, staat een dag na de brand met een brok in de keel bij de nog rokende puinhopen van het Stroomhuis. “Het komt keihard aan, kan het nauwelijks nog beseffen”, zegt hij. “Dit is niet alleen een verlies voor de stad, maar voor de hele regio.” Lekker rauw, en heel gastvrij, zo typeert Mike het Stroomhuis. “Een bezoek aan het Stroomhuis voelde als thuiskomen.”

Mike was niet alleen bezoeker, maar stond met gelegenheidsbandjes en zijn band Zalm ook regelmatig op het podium. “Het geluid was niet al te best, maar gek genoeg maakte dat niet eens zoveel uit. Het paste ook wel bij het Stroomhuis, lekker ongepolijst”, blikt Mike terug. “Met Zalm hebben we ooit onze bandnaam groot op de deur van het toilet gekalkt. Dat vonden ze bij het Stroomhuis wel geinig. Zoiets hoef je bij de meeste poppodia niet te proberen.”

Rafelrandje

Gijs van de Burgt, perspromoter en boekingsagent bij Harvest Music in Eindhoven, is eveneens aangeslagen. “Je realiseert je de waarde ervan pas echt wanneer het er niet meer is, en ja, dat is best pijnlijk”, zegt hij. “Het Stroomhuis was voor mij een plek waar ik me vrij kon voelen, al kwam ik er minder vaak over de vloer dan ik zou willen.”

Gijs typeert het Stroomhuis als een podium met rafelrandje. “Er kon daar net iets meer, de sfeer was altijd lekker los. De muziek die er meestal werd gespeeld was niet helemaal mijn genre. Toch ging ik er graag heen. Stond ik meestal achterin de zaal met een flesje bier in de hand te kijken naar het publiek. Daar heb ik fijne herinneringen aan. Het Stroomhuis kende heel toepasselijk een goede energie”, blikt Gijs terug. “Ik ga het missen!”

Rauwe muziek

“M’n hart huilt”, zegt William Kampen, actief als onder andere medeprogrammeur voor Dynamo. “Het Stroomhuis was voor mij het kloppende hart van de Eindhovense underground scene. Het bood kans aan kleine bands, maar ook aan acts die al wat meer ervaring hadden. Voor mij was het Stroomhuis een plek waar rauwe muziek soms uit de bocht vloog. Er kon daar veel. Mijn mooiste herinnering? Een optreden in 2022 van Trekflek, een gelegenheidsband die onder meer bestond uit twee vrienden die hun vijftigste verjaarjaardag kracht bijzetten met een optreden in het Stroomhuis. Goeie show, heerlijke onversneden punkmuziek, het Stoomhuis was er de perfecte plek voor!”

Beetje ouwehoeren

Richard Vermeulen was een van de vaste klanten van het Stroomhuis. Hij noemt het lot dat het Stroomhuis heeft getroffen ‘dramatisch’. “Ik was echt van slag toen ik het nieuws hoorde. Het Stroomhuis, daar ontmoette ik gelijkgestemden. De relaxte sfeer die er was, sprak mij aan”, zegt oud-kraker Vermeulen. “Er kon veel. Als ik van thuis een paar blikjes bier meenam, maakten ze daar geen probleem van.”

Hoeveel concerten Vermeulen heeft bijgewoond, weet hij niet. “Het zijn er best veel, ik zou dit weekeinde ook weer gaan. Na verloop van tijd kende ik er best veel mensen. Voor de ingang een beetje ouwehoeren met bezoekers en bekenden vond ik vaak leuker dan kijken naar de optredens. Welke band het meeste indruk heeft gemaakt? Geen idee, ik was meestal dronken!”

Vrijplaats

Fotograaf Willem Wouterse koestert eveneens warme herinneringen aan het Stroomhuis, en zag er beroepsmatig talloze bands optreden. “Toen ik er voor het eerst kwam, vond ik het best spannend”, zegt hij. “Er heerste in mijn ogen een jaren 80 kraakpand-vibe, daar moest ik wel even aan wennen. Ik merkte al snel dat er in het Stroomhuis een heerlijke sfeer hing, voelde me er als fotograaf nooit belemmerd. Van het personeel en het publiek mocht ik lekker mijn gang gaan. Het licht in de zaal liet te wensen over, daarom gebruikte ik vaak een flitser. Bij andere podia is dat not done, maar bij het Stroomhuis maakte niemand zich er druk over. Het Stroomhuis zal ik me blijven herinneren als een bijzondere plek, een vrijplaats voor alternatieve muziek waar aardige mensen elkaar vonden.”