Ruim een jaar geleden veranderde het leven van Ruben van Schalm voorgoed. Tijdens zijn training voor de halve marathon kreeg de 28-jarige Eindhovenaar een hersenbloeding. Een week lang lag hij in coma. Praten, eten en lopen: het ging allemaal niet meer. Dankzij intensieve revalidatie bij het Daan Theeuwes Centrum (DTC) is hij nu weer op de goede weg. Zelfs zó goed, dat hij zondag 13 oktober alsnog de halve marathon van Eindhoven loopt. “Ik had de hoop eigenlijk al opgegeven.”

Door Marjolein van Hoof

Aan de muur van zijn huiskamer hangt in grote letters: ‘Welkom thuis’. Pas twee weken woont Ruben weer zelfstandig in zijn appartement in Woensel-Zuid. “Dat voelt heel gek, het is weer even wennen”, zegt hij oprecht.

Ruben, getogen in Soest, kwam in Eindhoven terecht dankzij zijn studie Orthopedische Technologie aan de Fontys. “Ik woonde hier in een groot studentenhuis met 27 andere mensen: echt een geweldige tijd! Na mijn studie, zo’n twee jaar geleden, besloot ik gezonder te gaan leven. Ik sportte twee tot drie keer per week. Ik begon met 5 kilometer hardlopen en bouwde het langzaam op. Dat ging goed, dus schreef ik me in voor de halve marathon van Eindhoven.”

Noodlot

Op 26 augustus 2023 sloeg het noodlot toe. “Ik was aan het trainen en net over de brug bij de Kennedylaan hoorde ik ineens Pang in mijn hoofd. Dat bleek later een geknapte ader te zijn. Ik liep nog een tijdje door, want ik dacht: ik ben toch bijna thuis. Totdat het niet meer ging. Ik belde mijn huisgenoot om te vragen of hij me wilde ophalen. Toen hij arriveerde, lag ik al op de grond.”

Ruben werd met spoed naar het Catharina Ziekenhuis gebracht, waar hij een week lang in coma lag. “Van de eerste zes weken na mijn ongeluk weet ik niets meer”, vertelt hij.

Ruben werd verplaatst naar het TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg, waar hij maar liefst zes keer is geopereerd. “Het ging steeds slechter met me. Ik kon niet eten, niet praten, niet lopen en zelfs niet knipperen met mijn ogen. Ik sliep meer dan 20 uur per dag, lag alleen maar passief op bed en viel gigantisch af. Op een gegeven moment woog ik nog 60 kilo; dat is niet veel voor mijn lengte van 2 meter 5! Ik had de hoop opgegeven en er zijn ook best momenten geweest dat ik dood wilde”, vertelt hij eerlijk.

Ommekeer

Op 28 november werd Ruben naar het Daan Theeuwes Centrum (DTC) in Woerden gebracht, een revalidatiecentrum gericht op jonge mensen van 16 tot 35 jaar. “Dat vond ik heel spannend, wist niet wat ik ervan moest verwachten en voelde me weerloos. Maar ze waren daar zo positief, open en meedenkend: echt een hele fijne plek”, glimlacht Ruben.

Bij DTC kwam de ommekeer. “Ik arriveerde in een brancard, was te slecht voor een rolstoel. Diezelfde week kon ik al in een rolstoel zitten en binnen anderhalve maand liep ik met een rollator. Je krijgt daar 40 uur in de week verschillende therapieën. Ergotherapie, fysiotherapie, psychologie, crossfit, activiteitenbegeleiding en vooral heel veel logopedie, wel twee uur per dag. Daar heb ik veel aan gehad. Ik klonk in het begin dronken, omdat mijn linker stemband deels verlamd is. Ik moest alles opnieuw leren. Ook sociale dingen: wat zeg je wel tegen mensen en wat niet? Ik zei gewoon alles! Als een kind dat doet, is dat prima maar bij iemand van mijn leeftijd ligt dat toch anders”, grinnikt hij.

Frustrerend

Ook met zijn linkerhand kon Ruben niks meer. “Zes weken lang kreeg ik een soort theemuts over mijn rechterhand, zodat ik alles met mijn zwakke hand moest doen. Dat ging in het begin moeizaam. Had ik koffie gehaald, dan was het bekertje na drie stappen leeg en zat de koffie tegen het plafond”, lacht hij. En dan serieuzer: “Natuurlijk was dat frustrerend en word je boos als iets niet lukt”.

De positieve instelling van de therapeuten, maar ook zeker van de andere patiënten werkte aanmoedigend. “Iedereen heeft een doel voor ogen. Misschien lukt niet alles meer zoals vroeger, maar we gaan er in ieder geval het beste van maken. Die positiviteit was heel fijn. En je hebt steun aan elkaar. Ik weet nog dat er een jongen was die niet meer kon praten. Hij leerde vijf woordjes, waarvan één scheldwoord. Tijdens het gezamenlijke eten riep hij ineens heel hard dat scheldwoord. Iedereen begon te applaudisseren. Dat was zo bijzonder.”

Prachtige ervaring

“In maart had ik met mijn therapeut bedacht om weer te gaan hardlopen. Het doel was om mee te doen aan de Singelloop in Woerden, de 5 kilometer. In het begin liep ik 100 meter hard en dan was ik kapot. Uiteindelijk ging het steeds beter. Drie weken voor de wedstrijd besloot ik niet voor de 5, maar de 10 kilometer te gaan. Dat deed ik samen met drie therapeuten en twee vrienden. Zij liepen om me heen om me eventueel op te vangen.”

Het werd een prachtige ervaring. “Mijn ouders hadden als verrassing 50 mensen uitgenodigd om me aan te moedigen. Iedereen had een speciaal shirt aan en een vlaggetje in de hand. Over de brug hing er een groot spandoek voor mij en mijn naam werd omgeroepen. Die aanmoediging was fantastisch!”

Ruben liep de 10 kilometer in iets minder dan een uur tijd. Nu traint hij drie dagen in de week voor de halve marathon van Eindhoven. “In het begin fietste mijn vader met me mee, nu train ik alleen. Of ik ooit bang ben? Nee, dat heeft namelijk geen enkele zin. Bovendien houd ik mijn gezondheid goed in de gaten: meet mijn hartslag en mijn bloeddruk en als ik me niet lekker voel, dan blijf ik thuis.”

Goed doel

Met zijn deelname aan de halve marathon haalt Ruben geld op voor DTC. “De teller staat nu op iets meer dan 7.400 euro”, zegt hij trots. Ook tijdens het evenement zelf is er speciale aandacht voor het revalidatiecentrum. “Bij de laatste buitenbocht is er een DTC hoek, waar mijn familie komt te zitten. In totaal lopen 20 mensen mee: vrienden, familie, therapeuten en een mede-revalidant. Allemaal met een DTC shirt aan: felroze, dus niet te missen!”

Hoe lang Ruben over de halve marathon gaat doen, maakt hem niet zoveel uit. “Ik heb geen doel, ik wil het gewoon halen”, zegt hij nuchter. “Dat ik dit überhaupt kan doen, had ik nooit verwacht. Het ongeluk heeft mijn leven veranderd. Het maakt me nu minder uit wat anderen van mij denken, bijvoorbeeld. Ik leef ook meer in het moment en ben minder bezig met de toekomst, want misschien is die er niet. Dat heb ik aan den lijve ondervonden.”

Toekomst

Waar Ruben het meest trots op is: “Dat ik weer kan meedoen aan de maatschappij. Dat ik zelfstandig kan wonen, naar vrienden kan gaan en dat mensen me simpelweg verstaan. Voor de toekomst hoop ik weer volledig te kunnen werken. Nu lukt dat niet omdat ik nog te snel vermoeid ben. En ik wil heel graag weer naar een festival, iets wat ik voor het ongeluk altijd erg leuk vond”.

Ten slotte: “Ik heb zoveel waardering voor het Daan Theeuwes Centrum. De manier waarop ze met je meedenken en de energie die ze in je steken, is echt heel bijzonder. Daar ben ik ze zo dankbaar voor”.

Wil jij DTC steunen? Ga dan naar: daan-theeuwes-centrum.kentaa.nl

De lange weg die Ruben heeft afgelegd, is prachtig weergegeven in een filmpje op Facebook:

www.facebook.com/DTCWoerden