Afgelopen week was ik op een verjaardagsfeestje. Daar heb ik voortaan tijd voor. Naast het feit dat het leuk is om contacten aan te halen met oude kennissen en vrienden, vind ik het ook erg interessant om te horen wat mensen te zeggen hebben over de actualiteiten.

Vroeger was ik degene die ondervraagd werd over politiek, ontwikkeling in de stad of gebeurtenissen in de samenleving. Maar nu kan ik vooral goed luisteren. Naast de gebruikelijke gesprekken over voetbal, kinderen en werk kwamen ook de actualiteiten van deze periode ter sprake, zoals de oorlog in Oekraïne en de nieuwe belasting op plastic.

Het leven is namelijk een beetje duurder en minder comfortabel geworden sinds deze week. We moeten namelijk een extra toeslag betalen voor het gebruik van plastic. Deze nieuwe regel brengt ook enige ongemakken met zich mee. Want wie neemt er nu zijn eigen frietbakje mee naar de snackbar? De ontevredenheid was duidelijk merkbaar in de groep.

Ergens snap ik dat gevoel heel goed. De individuele burger krijgt veel verantwoordelijkheid op zijn bord om de wereld een beetje gezonder te maken. Terwijl de echte impact pas gemaakt kan worden als de grote industrie snel verduurzaamt. Waarom moeten onze Hollandse garnalen bijvoorbeeld in Marokko gepeld worden en vervolgens weer terug naar Nederland gevlogen worden?

Ondanks het feit dat ik me ook erger aan de nieuwe maatregel, ben ik er wel een voorstander van. Ik wil namelijk graag een wereld achterlaten voor mijn dochter (en wie weet, een kleinkind) die net zo fijn is als de wereld die ik heb mogen ervaren. Misschien leven we ook wel iets te comfortabel in vergelijking met de rest van de wereld. Daarom denk ik dat het niet zo erg is om wat op te offeren. Wie weet vinden we het over een tijdje heel normaal om ons eigen frietbakje mee te nemen. Ik hoop dat tegen die tijd de grote industrie (met een beetje hulp en dwang) ook de been bij trekt.

Yasin

Zeg maar Yasin