Ali Çaliskan (65) verhuisde met zijn gezin op oudejaarsdag 1987 naar Eindhoven. ‘Soms hoor ik van mensen, dat ze de plaats of land waar ze al jaren leven niets vinden en zelfs haten. Dat begrijp ik niet. Ik vind dat je moet houden van de stad en het land waar je leeft.’

EINDHOVEN - Het dorp Adiller waar Ali Çaliskan werd geboren, telt zo’n twee duizend inwoners. Ali is de negende in een gezin van tien kinderen. Na de basisschool volgt hij zes jaar een interne opleiding tot leraar in het basisonderwijs. ‘Tussen 1971 en 1981 heb ik les gegeven op basisscholen, een middelbare school in Turkije én aan analfabetische volwassenen. Via de overheid kreeg ik de kans om in het buitenland les te geven. Er waren 110.000 gegadigden, maar er konden maar 300 leraren geplaatst worden. Middels een examen werd er geselecteerd en daar zat ik bij.’ In 1973 trouwde Ali met Hatice en samen met hun gezin verhuisden ze naar het Belgische Lommel.

‘Na zes jaar moest ik weer terug, maar gelukkig vond ik een baan in Eindhoven. Destijds kregen allochtone kinderen de mogelijkheid op hun school les te krijgen in hun eigen taal en cultuur. De lessen werden in 2004 door de overheid stopgezet en vanaf die tijd ben ik werkeloos.’ Het gezin bestond inmiddels uit twee dochters en een zoon. ‘Nog steeds solliciteer ik wekelijks, maar nog zonder succes.’ Nietsdoen is echter geen optie voor hem. ‘Ik lees graag en sport veel, zoals tafeltennis, tennis en fietsen. Als vrijwilliger geef ik aan Turkse kinderen buiten schooltijden les in de Turkse cultuur en taal. Voor Nederlandse Pabostudenten en docenten heb ik reizen begeleid naar Turkije. Ook heb ik als vrijwilliger gewerkt voor Amnesty International, Greenpeace en het Rode Kruis. De gemeenschap geeft mij veel en ik vind dat ik als persoon hier tegenover ook iets moet doen. Ik ben een Turk en een moslim maar vooral een mens. Samen met mijn vrouw geniet ik van onze vier kleinkinderen. Ik zie mezelf als een humanist, idealist en perfectionist. Turkije is mijn moederland, maar Nederland mijn vaderland.’