Uitdagingen voor 2025 voor bedrijven en instellingen. Vrouwen hebben nog vaak een ongelijke positie op de arbeidsmarkt. Ook krijgen zij vaak voor hetzelfde werk minder betaald dan mannen. Voor 2025 liggen er uitdagingen om nieuwe stappen te zetten.
Door: Hans van den Eeden
Door de krapte op de arbeidsmarkt is de positie van vrouwen de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dit blijkt uit een onderzoek van het Ministerie van Economische zaken. Aangejaagd door belangenorganisaties, zoals de FNV, is het einddoel nog niet bereikt. “Onze inzet is om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verkleinen. Dat geldt met name voor de werkomstandigheden van vrouwen. Maar ook voor mannen is er werk aan de winkel. Dat betekent, dat voor alle werknemers geldt, dat door de inflatie terecht betere omstandigheden aan de orde zijn”, aldus Kitty Jong van de FNV. Wie om zich heen kijkt, ziet dat werkgevers zitten te springen om personeel. Spandoeken op bedrijventerreinen en reclames op bedrijfsauto’s – ook in Noord-Brabant – ondersteunen dit. De krapte op de arbeidsmarkt geldt voor alle sectoren. Van het onderwijs, de verzorging en verpleging, tot de winkelsector. Dat geldt ook voor vakmensen in de ICT, het openbaar vervoer, de techniek tot bouwbedrijven. Het is een feit, dat in toenemende mate vrouwen in verschillende sectoren zijn gaan werken. Wie naar de feiten kijkt, ziet dat door babyboomers de ‘grijze golf’ steeds groter wordt. Met name in de verzorging voor senioren zal de vraag naar personeel sterk toenemen. Een oriëntatie hierbij is de robotisering. Wie goed om zich heen kijkt, ziet dat met name arbeidsmigranten een belangrijke rol vervullen om de gaten op de arbeidsmarkt te vullen. Wie de balans van de afgelopen eeuw over de verschillen tussen mannen en vrouwen opmaakt, knippert met de ogen.
Kiesrecht
“In de sfeer van de ‘roomse blijheid’ waren grote gezinnen, met name in Zuid-Nederland, een norm. Vrouwen hadden de handen vol aan het opvoeden van hun kinderen. Verder waren ze dagelijks druk bezig om het huishouden draaiende te houden. Van technische hulpmiddelen, zoals een wasmachine of droger was toen geen sprake”, aldus Lyra, de Brabantse stichting voor Maatschappelijke Participatie. Voor sommige vrouwen was het vroeger een alternatief om als ‘bruiden van Christus’ in een nonnenklooster in te treden. Daar konden de vrouwen zich soms wel ontwikkelen. Veel vrouwen hadden meestal een minderwaardige positie. Ook hadden vrouwen geen stemrecht. Daar kwam na een strijd onder leiding van Aletta Jacobs in 1917 een einde aan. Maar daarmee was de kous nog niet af. Zo moesten vrouwen vaak op jonge leeftijd hun baan opzeggen als ze gingen trouwen. Door Wet Gelijke Behandeling in 1994 voor mannen en vrouwen is daar verandering in gekomen. Anno 2025 heeft dit voor veel vrouwen nog steeds gevolgen voor hun pensioen. De geschiedenis van de vrouwenemancipatie leert, dat vrouwen als Henriëtte Roland Holst, Aletta Jacobs en de Tilburgse Miep van Puijenbroek hierbij een belangrijke rol hebben gespeeld. Later gold dat ook voor groepen als ‘Dolle Mina’. Van het verleden valt veel te leren.
Klusvrouwen
Anno 2025 is een belangrijk moment om naar de toekomst te kijken. In veel bedrijven zijn vrouwelijke loodgieters, glazenwassers, schilders en klusvrouwen actief. Ook werken veel vrouwen in deeltijd. Velen hebben geen betaald werk en combineren het huishouden met de zorg voor de kinderen. Hierdoor zijn veel vrouwen financieel afhankelijk. Om het dreigende tekort op de werkvloer voor mannen en vrouwen op te lossen, staan er verschillende maatregelen op stapel. De overheid neemt diverse maatregelen voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld: ouders die werken voor een werkgever krijgen negen weken ouderschapsverlof. Beide ouders ontvangen dan 70% van hun loon. Daarmee krijgen ouders meer tijd om samen werk- en zorgtaken te delen. Ook zullen werkgevers openbaarheid over salarissen moeten publiceren. Ook is het wenselijk, dat nog meer vrouwen in topfuncties worden benoemd. Hier is de afgelopen periode al een start mee gemaakt. Ook kan vastgesteld worden, dat ‘meiden’ meer kiezen voor een beroep in de zorg, de horeca en de supermarkt. Jongens hebben meer belangstelling voor de ICT en de techniek. Ook studeren veel jongeren verder door. Volgens het Ministerie van Economische Zaken is het wenselijk om dit patroon verder te doorbreken. Kortom: het verschil van de positie tussen mannen en vrouwen is verbeterd. Maar er liggen voor de toekomst nog uitdagingen.