Tijdens het Federatiebal wist ze heel Lampegat aangenaam te verrassen. Rosa van den Nieuwenhof (29) is niet alleen de jongste Dorstlustige Hoogheid ooit, maar ook de allereerste Stadsprinses van Eindhoven! Als Mina d’n Urste zwaait ze dit jaar de scepter over Lampegat. “Echt heel eervol. Dit is er wel één voor in de boeken”, grinnikt ze.
Door Marjolein van Hoof
“Of het allemaal te behappen is?” Ze lacht: “Ja en nee eigenlijk. Het is bizar wat er allemaal gebeurt en hoeveel leuke reacties we krijgen!”
Het weekend van de grote onthulling is achter de rug en Rosa wordt overspoeld met mooie reacties. “De opkomst tijdens het Federatiebal was geweldig! Je staat daarboven op het bordes in een afgeladen Parktheater voor mensen die allemaal klappen, juichen en springen. Magisch en heel bijzonder.”
Een teken dat Eindhoven klaar is voor eindelijk een Stadsprinses. En wat voor een! In ieder geval een echte Lampegatse met een grote liefde voor carnaval. “Voor mij is dit een heerlijke periode die de rest van het jaar doorbreekt. Waarbij je ook echt even alles kunt loslaten. Ik ben best filosofisch ingesteld, houd van goede gesprekken, maar ik vind het ook heerlijk dat het met carnaval even nergens over hoeft te gaan. Vrienden die je het hele jaar niet ziet, kom je dan weer tegen. En om Dolle3s en The Tony’s te quoten: die lach in de ogen van al die mensen. Dat je elkaar aankijkt en dat je allebei hetzelfde voelt: geluk.”
CV Wilhelmina
Je moet als Lampegatter bijna onder een steen geleefd hebben, wil je Rosa niet kennen. Zo is ze initiatiefnemer van de Lampegatse Lulkoek, zit ze in de organisatie van de Lampegatse Vrouwkes Zitting, heeft ze vorig jaar het evenement Dorst & Spelen mee opgezet en zit ze in de Prinsen Keuze Commissie van CV Wihelmina. Bij deze vereniging werd ze in 2016, als 27e Bock d’n Urste, ook al de allereerste Prinses ooit.
“En daarmee was ik de eerste vrouw die de olifantenmuts van CV Wilhelmina kreeg. Met dank aan onze moeders. Zij pleegden een jaar daarvoor, als Dolle Mina’s, een coupe waarbij ze de prins afzetten en het roer overnamen. Hun eis was dat het jaar daarna officieel een vrouw voorgedragen zou worden.”
Kasteleinsdochter
En dat werd Rosa. Niet geheel toevallig want haar vader, Frank van den Nieuwenhof, is een van de eigenaren van Café Wilhelmina waar deze vereniging resideert. “Ik ben opgegroeid in de kroeg. Dat betekende vooral dat ik al vroeg veel mensen leerde kennen en ik op jonge leeftijd al goed was in poulen”, grapt ze.
Carnaval kreeg deze kasteleinsdochter met de paplepel ingegoten. “De familie kwam altijd samen om te schminken, te ontbijten en dan hup: met z’n allen naar de stad. Op vrijdagmiddag was het kindercarnaval bij ons in de kroeg. De ouders stonden in het café en alle kinderen speelden buiten op het plein. Ik mocht me verkleden én er waren heel veel andere kinderen: ja, dat was natuurlijk feest! Carnaval was dus al heel vroeg, heel leuk en dat is nooit minder geworden.”
Leuk detail: Rosa dronk haar eerste biertje tijdens De Rommelpot. “Dat was 90% 7UP en 10% schuim, maar toch; het was wel tijdens een carnavalsevenement”, lacht ze. “En tien jaar geleden, op carnavalsdinsdag, deelde ik de eerste zoen met mijn vriend Jur. Ik dacht: als hij er op dinsdag nog is, dan is het unne goeie!”
‘MIJN HART SCHREEUWDE: IK WIL DIT’
Haar vriend Jur was dan ook de eerste die Rosa raadpleegde toen ze begin van de zomervakantie werd benaderd met de vraag of ze interesse had om Stadsprinses worden. “Die keuze kon ik natuurlijk niet alleen maken. Ik moest zeker weten dat hij achter mij stond. Het kost veel tijd, en dat niet alleen. Hij zei meteen: dit moet je doen. Hij weet hoeveel carnaval voor mij betekent. Zelf dacht ik ook meteen: ja! Later kwamen de praktische afwegingen: ik heb het al zo druk en het kost zoveel geld. Moet ik het wel doen? Maar mijn hart schreeuwde: ik wil dit. Bovendien roep ik al jaren dat het tijd wordt voor een vrouwelijke Stadsprins. Als je dan die kans krijgt, dan moet je het ook doen. Ik voelde dus wel een soort verantwoordelijkheid om die weg voor, hopelijk nog heel veel Stadsprinsessen, vrij te maken.”
Pas in september was de kogel definitief door de kerk. “Het was een hele uitdaging om dit geheim te houden, maar het is me gelukt. Zelfs mijn vader wist tot de onthulling niets. Mijn moeder heeft het geraden. Tijdens een kop koffie zei ze ineens: Ik denk dat ik tijdens carnaval op skivakantie ga. Of misschien tijdens het Federatiebal. Hoezo, zei ik, je bent er altijd bij? Ze keek me aan en zei: Jij wordt Stadsprinses. Ze zag het gewoon, iets wat alleen moeders hebben.”
Topteam
Binnen relatief korte tijd moest Rosa kiezen wie haar adjudanten en hofdames zouden worden. “Dat vond ik een lastige. Je wil mensen die dichtbij je staan en tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat we een zo’n groot mogelijke groep Eindhovenaren aanspreken.”
Uiteindelijk viel de keuze op Julia van der Pas en Myrthe van Deursen als hofdames, en Django Baten en Wisse Dekker als adjudanten. “Alle vier waren ze enthousiast en ik ben zo ontzettend trots op ons team. Het voelt nu al als één familie. Met alles wat we meemaken, zijn we vrienden voor het leven.”
What’s in a name?
Ook over de naam Mina d’n Urste heeft ze goed nagedacht. “Ik heet officieel Rosa Mien, vernoemd naar mijn oma van vaders kant. Dat is wel echt de kant waar carnaval 100% in het bloed zit. Die familie zit al sinds 1600 of zo in deze stad, dus veel Eindhovenser dan dit wordt het niet. Natuurlijk verwijst de naam naar Café Wilhelmina, waar ik ben grootgebracht en waar ik me met carnaval het meest thuis voel. En het is een knipoog naar de Dolle Mina’s. Tijd voor emancipatie in de federatie, zoals ik iemand laatst hoorde zeggen.”
Daarmee wil ze de Lampegatse protocollen en rituelen niet ondermijnen. “Sommige dingen moet je vernieuwen, juist als je de traditie wil behouden, maar er zijn ook heel veel dingen die je moet koesteren. Mijn pak hangt hier bijvoorbeeld aan de S.O.S.P. paal, van de Sociëteit Oud Stadsprinsen. Dit valt bijna van ellende uit elkaar, maar bij alle oud-Stadsprinsen heeft dat ding naast hun bed gestaan. Geweldig dat dit wordt doorgegeven, de geschiedenis draag je met je mee.”
Symboliek
Ook het pak van de kersverse Stadsprinses zit boordevol symboliek. “Er zijn vlammetjes in verwerkt die verwijzen naar ‘Dolle Mina’ Wilhelmina Drucker, die bekendstaat om de corsetverbranding. Er zitten allemaal roosjes op, natuurlijk vanwege mijn naam. En op mijn rug zitten olifantjes die verwijzen naar CV Wilhelmina.”
Opvallend is dat het pak van de Dorstlustige Hoogheid voor het eerst ontworpen is door Manou van den Berg. “Ze is modeontwerper en ik ken haar al heel lang. Een carnavalspak maken was nieuw voor haar, daarom hebben Mayke Muller en Antoinet Pulles haar begeleid. We wisten al vrij snel dat het vrouwelijk mocht zijn, maar ook strijdbaar en kleurrijk zodat je er lekker uitspringt. En ik vond het heel leuk om kleuren te gebruiken die mannen niet zo snel zouden kiezen.”
Jingle
Met ook nog haar eigen jingle ‘Rosaminaaa’ op zak - “Om de boel een beetje op te zwepen” - is onze Mina d’n Urste helemaal klaar voor carnaval. “Ik wil vooral plezier brengen, maar ook een soort van hoop, of zo. En ik zou het mooi vinden als we iedereen mee kunnen krijgen met de warme gevoelens die wij voor carnaval hebben. Ach, ik wil het gewoon goed doen. Ik ben de eerste vrouw en ik wil niemand een reden geven dat ze na afloop zeggen: nou, dat doen we toch maar niet meer.”
Stuiteren
Het meest kijkt ze uit om te zien hoe Lampegat carnaval viert. “Iedereen doet dat toch op zijn eigen manier. Ik hoop van al die verschillende manieren de goede dingen met me mee te nemen.”
Dat ze helemaal klaar is voor de loodzware dagen die komen gaan, daar twijfelt ze geen moment over. “Het hele jaar kan ik ’s ochtends niet opstaan, maar met carnaval sta ik altijd al om 08.00 uur te stuiteren naast mijn bed. Ik weet niet waarom, met carnaval komt er een soort oerkracht bij me naar boven.”