Twelve points to the Netherlands? De verwachtingen zijn in ieder geval hoog gespannen! Volgens de bookmakers behoort Joost Klein tot een van de favorieten van het Eurovisie Songfestival en ook de Nederlandse fans schatten zijn kansen met het nummer Europapa hoog in. Wij duiken alvast in de Songfestivalkoorts met drie ultieme Eindhovense liefhebbers: Louis Klomp (54), Peter Lambregts (56) en Jan van Hout (55).

Door Marjolein van Hoof

Deze drie Eindhovenaren beleven ieder op hun eigen manier het Songfestival. Peter vertrekt samen met zijn partner Bas en goede vriendin Dorothé naar Zweden om het feest van dichtbij mee te maken, Louis kijkt het met gasten in zijn restaurant OST en Jan verzorgt een Songfestivalfeestje bij eetcafé D’n Hertog. Eén ding hebben ze hoe dan ook met elkaar gemeen: het Eurovisie Songfestival is voor hun allemaal een jaarlijks hoogtepunt en dat al sinds jonge leeftijd.

Louis: “Mijn vroegste herinnering is van 1977. Ik was 8 en dacht: dit is toch wel heel magisch. Ik denk door de glitter en glamour en het is natuurlijk een van de grootste muziekshows ter wereld. En dan het wedstrijdaspect, de puntentelling en het mysterieuze eromheen: het is voor mij altijd heel bijzonder geweest”.

Peter heeft precies hetzelfde gevoel: “Ik keek het als jongen samen met mijn ouders en baalde altijd gruwelijk dat ik de puntentelling niet helemaal af mocht kijken. Het was, zeker voor die tijd, een hele grote show en ik houd heel veel van muziek. Sindsdien is het op de een of andere manier altijd belangrijk voor me geweest”.

Ontdekking

“Ik kijk het sinds ik een jaar of 7 was, denk ik. Ik was heel erg gehecht aan mijn oma en bleef daar vaak op zaterdag slapen. Eens in het jaar was deze avond extra speciaal: dan keken we samen naar het Eurovisie Songfestival”, glimlacht Jan. “Ik vond het wel altijd heel erg vreemd dat mijn vriendjes geen fans waren. Het songfestival is natuurlijk met name een dingetje voor homo’s en voor mij was het mede de start van een proces waarin je ontdekt wie je bent”, vertelt Jan, die nu gelukkig getrouwd is met oud-Stadsprins Lowie Teller.

Zelf is hij nooit live bij het Songfestival geweest. “Stel: ik ben erbij en het valt tegen? Soms is het mooier om dingen een droom te laten. Bovendien kost het behoorlijk was duiten. Van dat geld ga ik liever een weekendje weg”, grinnikt Jan.

Bucketlist

Dat geldt zeker niet voor Peter. Samen met zijn partner Bas en goede vriendin Dorothé probeert hij er ieder jaar bij te zijn. “Het stond altijd al op mijn bucketlist. Toen het in 2011 in Düsseldorf was, dacht ik: dat is maar een uurtje rijden, nou gaan we ervoor. Na die finale kwam het besef: dit ga ik waarschijnlijk nooit meer meemaken. Tot 2015 in Wenen; maar duizend kilometer rijden, dus we gingen weer. Sindsdien kunnen we het eigenlijk niet meer thuis vanaf de bank kijken en zijn we er bijna elk jaar bij. Ik vind het gewoon heel bijzonder dat je heel dicht bij de sterren kunt komen. Ik heb verschillende artiesten ontmoet, aan de rode loper en tijdens een Meet & Greet. Je voelt je echt onderdeel van het hele feest.”

Gekke feestjes

Ook Louis heeft het Songfestival van dichtbij meegemaakt, met name als bestuurslid van de Nederlandse fanclub. “Ik ben er tien keer geweest, voor het eerst in 2004 in Istanbul. Ik ben geregeld achter de schermen geweest en bij persconferenties. We organiseerden feestjes in de landen waar het festival gehouden werd en natuurlijk hebben we heel veel feestjes meegemaakt. Die konden behoorlijk gek en groot zijn. In Oslo had bijvoorbeeld de Georgische delegatie het prachtige Operagebouw afgehuurd. We konden wijn drinken en eten zoveel we wilden en er waren dansers en zangers overgevlogen. We werden compleet in de watten gelegd. Het was elk jaar weer een soort reünie van internationale fans die elkaar weer tegenkwamen.”

Verbinding

Peter beaamt dat: “Het geeft een gevoel van verbinding. De slogan is sinds vorig jaar United by Music en dat is het ook echt. Als je daar bent, kom je heel snel in contact met andere fans. Er is weinig competitie onderling; natuurlijk wil iedereen graag winnen maar we wensen elkaar succes en complimenteren elkaars liedjes”.

Jan zoekt het dus dichterbij huis. Sinds een aantal jaar organiseert hij een speciale avond bij D’n Hertog waar hij zich ontpopt heeft tot Mister Songfestival. Hij zorgt voor een leuke aankleding, de stemformulieren en de bingokaarten. “Jong en oud, man en vrouw, homo, lesbo en hetero: er komt altijd een hele mooi mix op af.”

Zelf gaat hij altijd in stijl gekleed. “Ons liedje is dit keer heel erg 90’s rave, dus ik heb het meest afgrijselijke joggingpak gekocht en dat draag ik samen met een Joost Klein pruik. Eigenlijk moet ik mijn snor nog laten staan en blonderen, maar of ik dat ook echt doe, dat weet ik nog niet”, lacht Jan.

Favoriet

Wat is jouw favoriete Songfestivalnummer aller tijden? Op deze vraag kiezen onze Eindhovense fans allemaal voor een buitenlands nummer. Peter: “Voor mij is dat het nummer Mall van Albanië uit 2018. Met name hun live optreden was fantastisch”.

Louis: “Voor mij is dat Neka Mi Ne Svane van Kroatië uit 1998. Geen grote bekende, maar wel een nummer wat altijd is blijven hangen”.

Jan: “Ik denk dan toch aan een liedje van Johnny Logan en dan vind ik ze eigenlijk allebei goed: What’s Another Year en Hold Me Now. Liedjes uit een andere tijd, toen er nog gezongen werd met een orkest; dat had toch een bepaalde grandeur. Nu wordt er gezongen op band: ik snap dat het bij deze tijd past, maar toch vind ik dat jammer. Mijn favoriete Nederlandse liedje is De Eerste Keer van Franklin Brown en Maxime. Dat draaien we op ieder feestje en het wordt nog steeds door iedereen meegezongen”.

Voor Peter en Louis is Birds van Anouk de beste Nederlandse inzending ooit. “Na jaren geen rol meer gespeeld te hebben, veranderde dit lied wel iets voor Nederland. Het was een game changer.”

Tot slot: wat vinden ze van het nummer van Joost Klein? “Misschien is dit niet het beste nummer, maar hoe Joost alles aanpakt: dat doet hij ontzettend slim. Het slaat echt goed aan, dus ik zie het wel zonnig in”, zegt Peter.

Louis: “In de internationale pers wordt het als een soort circusnummer gezien, maar het heeft ook een serieuze ondertoon. Vanwege de boodschap en het verhaal over zijn vader, maar ook als een soort tegenreactie op het anti-Europa sentiment. Hoe dan ook: ik kan het nummer nog steeds iedere dag horen en ik word er vrolijk van!”

Joost Klein staat donderdag 9 mei in de halve finale: hij is met de zestiende plek de laatste die deze avond optreedt. De finale is zaterdag 11 mei om 21.00 uur. Deze kun je onder meer bekijken bij D’n Hertog op het Stationsplein en bij Restaurant OST aan de Paradijslaan. Voor de avond bij OST wel even gratis vooraf reserveren via de website.