Archeologen van onderzoeksbureau BAAC uit ’s-Hertogenbosch doen in opdracht van de gemeente onderzoek naar de oudste resten van het Stratumseind en de Kerkstraat. Ter hoogte van de Catharinakerk hebben ze resten van wegdekken en bermgreppels uit de middeleeuwen gevonden.

De vondsten bevestigen het vermoeden dat hier al in de 13e eeuw een weg lag. In eerste instantie was het een zandweg, maar later in de 13e en 14e eeuw werd deze verhard met liggende houten stammetjes, een zogeheten ‘knuppelweg’. Een onderbreking in de aangetroffen bermgreppels wijst op de aanwezigheid van een toegang tot het voormalige kerkhof.

Geschiedenis herhaalt zich

“Mooi dat we met deze vondst meer te weten komen over de ontstaansgeschiedenis van onze stad. We zien dat de geschiedenis zich herhaalt; zo’n 700 jaar geleden waren we ook al bezig met thema’s als de bereikbaarheid van de stad en de zorg voor een goede afvoer van regenwater”, aldus wethouder Maes van Lanschot (Erfgoed). “Het is belangrijk om mogelijke archeologische vindplekken zorgvuldig te onderzoeken. Zo ontdekten we bij de herinrichting van onze binnenstad eerder al resten van de middeleeuwse Stratumse Poort en twee bijzondere militaire helmen uit de Tweede Wereldoorlog.”

Door bureauonderzoek was al het vermoeden dat er op deze plek mogelijk nog resten van de middeleeuwse doorgaande weg zouden liggen. Deze weg liep vanaf de Stratumse Poort naar de Woenselse Poort. In de jaren 50 van de vorige eeuw zijn daarvan namelijk resten ontdekt bij de aanleg van de huidige riolering. Deze resten bestonden uit houten wegdekken van naast elkaar gelegde houten stammetjes die uit de 14e eeuw bleken te dateren. Uit de voorlopige resultaten van het nieuwe onderzoek blijkt dat het houten wegdek vermoedelijk ouder is en al in de loop van de 13e eeuw kan worden geplaatst.

Holle weg

Stadsarcheoloog Peter de Boer: “Dat men de boel moest ophogen om de weg begaanbaar te houden is wel te verklaren. De dekzandrug waarop de stad is gebouwd is smal en deze plek was vaak nat en drassig omdat het in het beekdal van de Dommel ligt. De oudste fase van de weg tekende zich in het zand af als karrensporen. Het lijkt erop dat het jarenlange gebruik de bodem zo sterk heeft uitgesleten dat de weg hol begon te lopen. Het water kon daardoor niet weglopen en de boel werd nog drassiger. Die ‘holle weg’ is uiteindelijk met zand opgevuld. Men heeft houten stammetjes in de lengterichting van de weg neergelegd en daar weer dwars op werden liggende houten paaltjes gelegd. Een dergelijk houten wegdek wordt een ‘knuppelweg’ genoemd.”

Langs deze weg lag een greppel om het overtollige water op te vangen. Deze diende ter hoogte van het kerkhof mogelijk ook als afbakening tussen de wereld van de levenden en die van de doden. Op één plek was er een onderbreking in de greppel, mogelijk een toegang tot het kerkhof.

Zorgvuldige omgang archeologische resten

De gemeente is verantwoordelijk voor de omgang met archeologische resten. Daarvoor is in 2022 de archeologische verwachtingen- en waardenkaart vernieuwd. Wethouder Van Lanschot: “Op deze kaart staan plekken waarvan we weten of vermoeden dat er archeologische resten in de grond zitten. Het beleid is om deze resten waar mogelijk in de bodem te laten zitten, omdat de archeologen naar verwachting in de toekomst meer onderzoekstechnieken tot hun beschikking hebben en hier meer informatie uit kunnen halen. De archeologische resten langs de Catharinakerk worden opgegraven omdat er anders onvoldoende plek is voor de nieuwe riolering. Dat maatschappelijk belang weegt hier gewoon zwaarder.”