EINDHOVEN - Volgende maand gaan zo’n 30 Nederlandse sporters naar de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. In drie disciplines zullen de dames en heren aan de start verschijnen; het langebaanschaatsen, shorttrack en snowboarden.

Jarenlang werken de dames en heren naar dit evenement toe. Met noeste trainingsarbeid, een ijzeren discipline, voldoende slaap en verantwoorde voeding. Op dit alles wordt toegezien door een legertje coaches, fysiotherapeuten, sportartsen, diëtisten, enzovoorts…

Sporters, alvast heel veel succes! Niet alles is van tevoren te trainen en te voorzien, daarom ook heel veel mazzel gewenst.

Maar hoe winters zijn de omstandigheden waarin onze sporters moeten excelleren? Het schaatsen gebeurt al sinds jaar en dag op een overdekte baan. Als ergens in het complex een raam of deur opengaat wordt gesproken over een hinderlijke tocht en competitievervalsing. De schaatsers van nu strijden tegen elkaar en de klok, maar niet meer tegen de elementen van koning winter; de sneeuw die het aangezicht geselt, de letterlijk adembenemende snijdende wind en de ijzige kou die vat probeert te krijgen op de al zo getergde beenspieren. Wat een heroïek om in dergelijke omstandigheden een gouden medaille te bemachtigen. Ard Schenk deed het in 1972. En wat een prachtige televisie leverde het op.

Mogelijk komt Eindhoven dezer dagen in de greep van koning winter en leent de Karpendonkse Plas zich voor een paar uurtjes schaatsplezier. Als er dan ook nog sneeuw valt kunt u zich heel even en een heel klein beetje Ard Schenk of Atje Keulen-Deelstra wanen. Wel met zo’n old skool schaatsmuts op hè.