Winkelen in december? Het is bar en boos, veel panden staan leeg. De Vrijstraat in het centrum van onze stad, oogt troosteloos. Daar waar eens V&D domineerde, staat nu een deels afgebroken pand en een deel dat gerenoveerd moet worden.
In de Jan van Lieshoutstraat zijn de getraliede rolluiken van zowel een modezaak als een bijzondere schoenenzaak continu naar beneden. Ook de achteruitgang van de HEMA is niet meer en de diverse eettentjes hebben evenals enkele horecalocaties de knip op de deur. Slenterend een plekje op een terras op de Markt zoeken is er ook niet meer bij. Kortom: de Eindhovense binnenstad is saai en lelijk.
En dat allemaal door corona, die ons de jus van het leven heeft afgenomen. 2020 is voor velen een rampjaar geworden. En de grootste klappen moeten nog vallen. De regering kan dan wel miljarden uittrekken om het bedrijfsleven tegemoet te komen. Helaas zal dit slechts een druppel op de gloeiende plaat zijn, vrees ik. Volgend jaar kunnen we ingeënt worden en het virus daadwerkelijk op grote schaal bestrijden. Het aantal mensen dat in 2021 hun baan gaat verliezen zal echter een grote stempel op veel huishoudens plakken.
We zijn er nog lang niet. Eigen huis en haard zijn geld waard, geldt nu vooral. De basisvoorwaarden om een aangenaam leven te leiden concentreren zich vooral in en om huis. Constant op elkaars lip zitten, roept echter ook irritaties op. Relaties staan onder druk, kindermishandeling neemt toe, burenruzies escaleren en jongeren kampen met depressies. We leven momenteel in een wereld, waar voor velen van ons lichtpuntjes ver te zoeken zijn. Zelfs ik, absoluut geen doemdenker, betrap me op een ‘leeg’ gevoel dat me soms kan overvallen.
Nu de kerstboom staat, probeer ik een lichtpuntje naar vrienden en kennissen te brengen. Mijn volgende missie is: adressen verzamelen en kerstkaarten versturen, niet digitaal maar via de brievenbus. Natuurlijk hoop ik een kaartje terug te krijgen. Een klepperende brievenbus deze maand betekent dan: onverwachte visite, een lichtpuntje.