In de vroege ochtend van 28 september 1971 voltrok zich een ramp in Eindhoven. Aan het Stationsplein in het pand waar het gerenommeerde hotel ’t Silveren Seepaerd was gevestigd, sloegen de vlammen naar buiten. Terwijl de eerste brandweerlieden verschenen, likte het vuur zich een weg naar boven en vochten hotelgasten voor hun leven. Nu, na 53 jaar, komt er een monument om de elf slachtoffers die er toen vielen te gedenken.
Door Dorothée Foole
Voor Annemieke van de Mortel (73) staat de dag van de ramp nog steeds op haar netvlies. “Mijn vader, Jo van de Mortel, vormde destijds samen met Leo van Eeghem de directie van het hotel. Leo was de commerciële man en mijn vader nam de financiële zaken voor zijn rekening”, vertelt ze.
Haar vader was al in 1948 als accountant bij het hotel werkzaam, dat toen te boek stond als Hotel du Commerce. In 1950 veranderde de naam in ’t Silveren Seepaerd. In 1965 nam Heineken het hotel over van Wiet en Gerda Hendrikse. “Vanaf dat moment werden mijn vader en Leo van Eeghem als directeuren aangesteld. Voor mij was het hotel, sinds mijn geboorte in 1951, een tweede huis. Regelmatig logeerden wij er. Toen ik wat ouder was, werkte ik er als receptioniste en had er zelfs mijn eigen slaapkamer op de vierde verdieping.”
Huilend op een bloembak
Op de dag van de ramp sliep Annemieke niet in het hotel, maar in de ouderlijke woning aan de Leenderweg. “Op de bewuste dag van de brand ging bij ons om half zes in de ochtend de telefoon. Een achterbuurjongen, die in de Dommelstraat woonde, waarschuwde mijn vader dat hij uit het hotel vlammen zag komen. Mijn vader haastte zich naar het Stationsplein. Ook ik reed er op mijn Solex naar toe. Bij het hotel aangekomen, zag ik mijn vader ontredderd en huilend op een bloembak zitten. Het pand stond letterlijk in lichterlaaie.”
Brandweermannen probeerden de brand te blussen en mensen die zich mogelijk nog in het hotel bevonden te redden. Helaas bleken 11 van de 86 gasten het niet gered te hebben en 20 waren gewond, waarvan een aantal zeer ernstig.
“Het was een nachtmerrie die zich voor onze ogen voltrok. Op het moment van de brand waren veel vaste gasten aanwezig alsmede het Oost-Duitse voetbalelftal HFC Chemie Halle. Het team verbleef in ons hotel omdat ze voor UEFA Cup tegen PSV moesten spelen.”
Levend verbrand
Eén van de elf gasten die tijdens de brand het leven lieten, was mevrouw Hoppenbrouwers die in het hotel in een appartement woonde. Annemieke: “Sommige slachtoffers zijn levend verbrand, maar er zijn ook mensen omgekomen of zwaar gewond geraakt die springend uit de vuurzee probeerden te ontsnappen. Zo ook een aantal voetballers van HFC Chemie Halle, onder wie Wolfgang Hoffmann die de sprong niet overleefde”. Drie andere voetballers raakten ernstig gewond.
Machteloos
“In ons hotel logeerden op het moment van de ramp artsen uit Amerika, Finland, Italië, Duitsland en Frankrijk, die een medische congres in Eindhoven bezochten. Helaas behoorden ook zij tot de slachtoffers. Het was de ergste nachtmerrie die je je maar kunt bedenken. Wij konden niets meer doen en stonden machteloos toe te kijken.”
Het postkantoor tegenover het hotel bood zich aan als meldlocatie voor de overlevenden en ook Theo de Vries stelde zijn restaurant Trocadero beschikbaar als tijdelijke opvang. “Iedereen was aangeslagen. We kregen geen slachtofferhulp aangeboden. We moesten dit trauma allemaal zelf verwerken.”
Aangestoken
Drie dagen na de brand mocht Jo van de Mortel het pand weer betreden, maar volgens zijn dochter was er bijna niets meer te redden. “Wel zag hij enkele Shell benzineblikken liggen die niet van het hotel waren. De brand, zo bleek later, was aangestoken en ongetwijfeld hebben die jerrycans daarin een rol gespeeld.”
Toch is nooit achterhaald wie deze vreselijke ramp veroorzaakt heeft. “Er zijn weleens drie opties geopperd, namelijk de Rode Jeugd, het feit dat de Oost-Duitse voetbalclub in het hotel logeerde of was het vuur misschien aangestoken om een diefstal van kostbare sieraden te camoufleren?”
Op het moment van de brand was er in het hotel namelijk een tentoonstelling te zien van een bekende diamantair uit Amsterdam. “De collectie vertegenwoordigde zo’n twee miljoen gulden. De sieraden zijn nooit allemaal teruggevonden, deels ook omdat sommige gouden exemplaren door de hitte gesmolten waren.”
Diep geraakt
“Deze tragedie heeft ons en iedereen die ermee te maken had, diep geraakt. Ook het verenigingsleven in die tijd. In ‘ons’ hotel kwam de finefleur van Eindhoven. In de drie zalen die we hadden, werd carnaval gevierd en er vonden modeshows plaats. Eindhoven kende destijds slechts enkele hotels. Artiesten die in de schouwburg optraden, logeerden bij ons. Kortom: wij waren de huiskamer van Eindhoven en opeens was alles weg. Ik kan er nu nog steeds een traantje om laten”, aldus Annemieke.
Burgemeester Jeroen Dijsselbloem onthult zaterdag 28 september het monument ter nagedachtenis van de tragische brand in ’t Silveren Seepaerd. Het monument, ontworpen door Marc Koppen, krijgt een plek in de buurt van het appartementencomplex Seepaerdstad aan het Stationsplein 46.