Deze groene kijk zou wellicht beter een ‘blauwe kijk’ moeten heten, want ik wil het in deze column vooral hebben over water. Natuurlijk naar aanleiding van de natte herfst: de natste oktobermaand ooit gemeten! In combinatie met de droge zomers van de afgelopen jaren, ligt de oplossing voor de hand. Het water in de natte tijd opbergen om later te kunnen gebruiken.

Door Rien de Schipper

In onze platte omgeving neemt waterberging als oppervlaktewater al snel veel plaats in, dus het regenwater in de bodem laten zakken om de grondwaterspiegel te verhogen is een belangrijke aanvulling. Dat is een belangrijke reden dat de gemeente bezig is om een tientallen jaren durend plan uit te voeren om de waterhuishouding van de stad Eindhoven toekomstbestendig te maken. In grote lijnen komt het erop neer dat nieuwe riolen het regenwater apart van het afvalwater wegvoeren naar wadi’s en beemden, in plaats van naar de waterzuivering. Daar heeft het tijd om in de grond te zakken en het grondwater op peil te houden.

Wadi

De wadi’s zijn nieuw aangelegde lagere plaatsen in parken en langs wegen, maar de beemden zijn al in gebruik sinds mensenheugenis. Om ze als waterberging te gebruiken, is echter nieuw. Vroeger waren de beemden in gebruik als hooiland, dat in de wintermaanden overstroomde doordat de sterk kronkelende beken het water niet zo snel konden afvoeren. Het water bracht wat voedingsstoffen met zich mee, goed voor de hooiopbrengst van de volgende zomer.

Meander

In Eindhoven-Noord stroomt de Groote Beek, die voert het regenwater van de stad af richting Son en Breugel, naar de Dommel. Langs de oevers van de beek is een natuurgebiedje vrijgehouden van oprukkende bebouwing en snelwegen: de Aanschotse Beemden.

Van veel kronkelingen of meanders in de beek is geen sprake meer, dus neemt een stuw de taak over om de waterafvoer af te remmen. In een natte tijd zoals nu leidt dat tot de gewenste overstroming van het gebied. Vooral de zuidelijk beekoever overstroomt, die ligt laag. De linkeroever is hoger, daar liggen de drogere graslanden. De verschillen in waterstand en hoogte van het terrein geven het gebied, ook al is het niet erg groot, een enorme diversiteit in plantengroei, vogels en andere dieren. In dit seizoen valt er aan planten met de bijbehorende insecten niet veel te beleven.

Tondeldoos

De paddenstoelen daarentegen zijn er volop. De meeste paddenstoelen zie ik in de bospercelen, waar de grote hoeveelheid dood hout en bladmateriaal een goede voedingsbodem is.

Indrukwekkend vind ik altijd de dode stammen met de grijze hoefvormige zwammen. Het zijn tonderzwammen. Deze paddenstoel werd in vorige eeuwen voor verschillende dingen gebruikt. Zo kun je er een leerachtige stof van maken. En na wat bewerkingen blijkt dat het materiaal heel lang kan blijven smeulen. Stop smeulende tonderzwam in een doosje (tondeldoos!) en je kunt je vuur úrenlang bewaren. Hoe handig was dat toen er nog geen lucifers en aanstekers waren.

Huiszwaluw

Een paar jaar geleden is er een vogeltelling geweest hier en zijn er bijna 70 soorten geteld. Ze zijn nu al vertrokken naar warmere streken, maar ik wil toch even de huiszwaluw noemen. Bij de volkstuinen op Aanschot en in de woonwijk Blixembosch zijn enige jaren terug zwaluwkasten geplaatst waar een kleine kolonie huiszwaluwen is gevestigd. Hier zit de leem aan de oppervlakte, dat is het materiaal waar ze hun nestjes van metselen. Als het weer zomer is, kunnen we dan ook boven de beemden langs de beek genieten van een groep jagende zwaluwen.