Er waren eens twee straatmuzikanten die elkaar ontmoetten voor de V&D in Eindhoven…. Zo begon 33 jaar geleden het verhaal van The Slampampers. Wat ontstond op de straten in onze binnenstad groeide uit tot optredens in heel Europa en ver daarbuiten. Nu maken deze Eindhovense rasmuzikanten zich op voor een volgend avontuur: een nieuwe theatershow. Ben jij klaar voor een Slamptastische ervaring?
Door Marjolein van Hoof
“We hebben te gek veel leuke dingen gedaan.” En daar is geen woord van gelogen als je de anekdotes hoort van saxofonist Leon Steuns (61), bassist Tonnie Ector (61) en drummer Eric van de Lest (58). Drie Eindhovenaren die hun muzikale sporen ruimschoots verdiend hebben, afzonderlijk van elkaar én samen als The Slampampers.
Het verhaal begon dus op die bewuste dag voor de oude V&D in de Vrijstraat. Leon: “Ik stond daar op straat te spelen toen ik om de hoek een bassist hoorde. Ik ging kijken en zag daar Tonnie staan. Ik kende hem, had ‘m zien optreden in de roemruchte band In Memoriam Generaal Heusdenbroeck, en vond hem geweldig”.
Veel energie
Leon en Tonnie besloten samen als straatduo verder te gaan. Hun eerste gezamenlijk optreden was op de Eindhovense Markt. “We speelden twee dronken muzikanten. Het was niet heel succesvol, maar het had wel direct veel energie.”
Het energieniveau ging nog een tandje omhoog toen Menno Romers zich een paar maanden later bij het duo voegde. “Een heel sterk theatraal figuur. Hij vroeg of hij bij ons mocht drummen, maar hij was geen drummer. Ritmisch rommelde het nogal”, grinnikt Leon.
“Daar heb ik een jaar later een stokje voor gestoken”, lacht Eric. “Ik zag The Slampampers voor het eerst in Valkenswaard. Ik dacht: goh, dat is leuk. Ik wil wel meedoen.” En zo werd Eric de drummer en Menno de tweede saxofonist van het gezelschap.
Theatraal
Typerend vanaf het begin is dat de heren niet alleen muzikaal sterk zijn, ook theatraal staan ze hun mannetje. Elk optreden is doordrenkt van ongebreidelde energie en humor. “Dat theatrale hebben we allemaal van nature. We hebben daar plezier in en het is een manier om mensen naar je toe te trekken”, zegt Leon.
“Het zorgt voor een verrassingseffect. Mensen lopen over straat, komen de hoek om en zien daar een orkestje spelen wat gruwelijk tekeergaat”, aldus Eric. “Het heeft iets clownesk maar alles wat we doen, doen we met een idee. We leven in een boze wereld, maar als je naar The Slampampers kijkt dan is het vriendelijk, klein en overzichtelijk. Het gaat om verbinding en dingen relativeren.”
Gouden tijd
Binnen korte tijd waren The Slampampers een graag geziene gast op onder meer straattheaterfestivals. “Het was een gouden tijd voor straatartiesten. De Parade festivals kwamen op, zoals Boulevard of Broken Dreams in Den Bosch. Er was een hele levendige straatcultuur en alles mocht toen ook nog”, herinnert Tonnie zich.
“We zijn vrij rap ontdekt in Duitsland waar we terechtkwamen dankzij Albert Siebelink, mede-oprichter van het Festival Mundial in Tilburg. In Nederland verdienden we bijna niets, maar onze oosterburen strooiden met geld. De eerste keer haalden we zo’n 4000 mark op; we stonden juichend bij het grenswisselkantoor.”
Het bleef niet alleen bij straattheaterfestivals en het bleef niet alleen bij Duitsland. Hun muziek, gecombineerd met hun tomeloze energie en comedy, bleek al snel een succesformule.
The Slampampers waren te zien tijdens festivals, in theaters, als circusorkest en in variétéshows door heel Europa en daarbuiten. Zo speelden ze in Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Tsjechië, Spanje, Portugal en Noorwegen. “En in Zuid-Korea: dan kom je echt in een compleet andere wereld terecht.”
Ziemlich gut
De anekdotes volgen elkaar. Zo speelden de heren in een variétéshow in het bekende Friedrichsbau Theater in Stuttgart. “Ze huurden ons in om de artiesten te begeleiden, maar de regisseur vond het zo leuk wat wij deden dat onze rol steeds groter werd. Uiteindelijk deden we alle aan- en afkondigingen, ín het Duits. Ja, ons Duits is inmiddels ziemlich gut.”
Of die tijd dat ze in Spanje meewerkten aan een cabaretshow. “We verstonden er natuurlijk geen klap van, wij waren gewoon figuranten die op het podium aan de bar zaten. We kregen daar echte cocktails, dus we waren elke avond zo zat als een aap.”
Tussen neus en lippen noemen ze ook nog even een theatertour die ze door Portugal maakten. “Een dag na onze terugkomst speelden we alweer in een winkelcentrum in Hilvarenbeek. Dat contrast, dat maakt ons vak wel romantisch.”
Menno verliet in 2008 de groep en The Slampampers ging verder als trio. “Met hem erbij was onze act kolderieker. Wij wilden meer de muzikale kant op en Menno de theatrale.”
Theatershow
Sindsdien spelen ze alleen nog eigen liedjes, die vooral door Tonnie worden geschreven. “Het is een variatie van jump & jive, doowop, close harmony zang en hier en daar een verdwaalde rap. Muzikaal is het uitdagender geworden en een stuk beter. We willen onszelf blijven ontwikkelen en uitdagen. Dat zijn onze vitamines voor het brein.”
Daar is de nieuwe theatershow een goed voorbeeld van. “We hebben in onze carrière weinig theatershows gemaakt. We hebben altijd van de muziek moeten leven en dan komt de afweging: gaan we voor weinig geld het theater in of kiezen we voor straatfestivals die wel goed betalen. Dat we nu deze stap maken, heeft dus niets met geld te maken. Het gaat puur om het spelen en onszelf opnieuw uitdagen. We krijgen daarbij hulp van Roel Swanenberg, echt een hele goede regisseur met veel feeling voor muziek.”
Wat mensen kunnen verwachten? “Een theatrale show vol eigen liedjes als een soort reis door onze tijd als The Slampampers. Met totale feelgood momenten, maar ook ruimte voor verstilling. En natuurlijk de nodige humor. Het raakt alle facetten van het leven.”
De theatershow ‘Music from the Moon’ van The Slampampers gaat vrijdag 12 april in première bij De Hofnar. Meer weten over The Slampampers? Neem een hier kijkje.