Een tatoeage zegt soms meer dan duizend woorden. Het symboliseert een gevoel voor iemand of een gebeurtenis in je leven. In de serie Onderhuids maken we kennis met uiteenlopende Eindhovenaren en hun gedachte achter een tatoeage. Deze keer het verhaal van Sylvia Lathouwers (42).

Door Marjolein van Hoof

“Mensen die mijn vader kenden, zagen hem als een vrolijk persoon. Hij had altijd een glinstering in zijn ogen, maakte grapjes en was gezellig. De joviale man, maar dat gevoel had hij zelf niet. Pas de laatste maanden van zijn leven bloeide hij echt op, maar toen overleed hij plotseling aan corona.”

Mij niet bellen

In haar gezellige huis in Stratum, waar ze alleen woont, treffen we Sylvia aan voor de computer. Druk aan de studie; iets wat ze erbij doet naast haar vaste baan. “Ik doe al 22 jaar pedagogisch werk”, vertelt ze.

Sylvia houdt van gezelligheid, heeft veel vrienden waarmee ze graag naar festivals gaat of weekendjes weg. “Maar ik ga ook heel graag alleen op vakantie, minstens één keer per jaar. Ik heb een Berlingo bestelbusje omgebouwd tot campertje waarmee ik naar Frankrijk rijd. Heerlijk! Mij niet bellen dan”, lacht ze.

Het beste van je leven maken, zonder afhankelijk te zijn van anderen: het is belangrijk voor Sylvia. En dat heeft deels te maken met het levensverhaal van haar vader Rudy Lathouwers. “Hij was eigenlijk een sterke man, maar wel iemand die heel lang verdriet heeft gehad.”

Katholiek nest

“Mijn vader komt uit een katholiek nest en groeide op in Gestel. Als jonge vent besloot hij, net als zijn oudere broer, naar het klooster te gaan. Lang zat hij daar niet; hij was toch meer een man van de vrouwtjes”, grinnikt ze.

“Daarna ging hij op zoek naar wat voor hem echt belangrijk was: dat was een gezin. Hij trouwde met mijn moeder, ze gingen in Waalre wonen en kregen twee kinderen: mij en mijn jongere broer Marcel. We waren een echt carnavalsgezin. Zo was mijn vader adjudant bij De Keien en zat daar in De Hoge Raad. Samen met mijn opa bracht hij De Keienkrant uit.”

Veel verdriet

Toen Sylvia 19 jaar was, gingen haar ouders uit elkaar. “Daar had mijn vader veel verdriet van. Het leek wel of hij daarna alleen nog maar op zoek was naar een nieuwe vrouw. Daar had ik moeite mee: Kom op, je bent een man die zijn eigen leven kan opbouwen.”

Het werd voor Rudy nog zwaarder toen hij een TIA kreeg. “Het duurde lang voordat hij een beetje hersteld was. Zijn leven lag op zijn kop, hij kon bijna niets meer. Daarnaast had hij ook nog COPD. Het ging steeds slechter met hem en toen het thuis echt niet meer ging, zijn mijn broer en ik op zoek gegaan naar een geschikte woning.”

In 2020 kon Rudy terecht bij ’t Lint, een onderdeel van Wissehaege. “Daar kreeg hij een zelfstandig appartement met zorg. Mijn vader was weer terug in de buurt van Gestel. Dat veranderde alles.”

‘Het was alsof zijn leven opnieuw begon’

“Vanaf het moment dat hij daar woonde, was het alsof er iets in hem openbrak. Hij ging de deur weer uit, bezocht plekken die hij van vroeger kende en zocht oude vrienden op via Facebook. Hij kwam hier op visite, dan kachelde hij met zijn scootmobiel deze kant op. Het leek wel of zijn leven opnieuw begon: dat was heel mooi om te zien.”

Schuldig

Een half jaar na zijn verhuizing, sloeg het noodlot toe. “Mijn vader vroeg of ik voor hem boodschappen wilde doen. Andere bewoners van ’t Lint bleken corona te hebben en hij had de uitslag nog niet binnen van zijn test. Natuurlijk deed ik dat. Helemaal ingepakt en op grote afstand van elkaar, zette ik de boodschappen bij hem in de keuken. Hij zag er slecht uit, maar ik mocht niet bij hem in de buurt komen. Ik kon niets voor hem doen en ben gegaan. Nog geen uur later kreeg ik een telefoontje dat mijn vader met de ambulance was opgehaald. In het ziekenhuis bleek hij inderdaad corona te hebben. Ik voelde me schuldig dat ik niet meer actie had ondernomen.”

Rudy knapte wat op en mocht na twee dagen naar huis om daar uit te zieken. “Dat was op zaterdag, maar zondagavond werd hij opnieuw opgehaald met de ambulance. Hij had een ziekenhuisbacterie opgelopen, dat heeft hem genekt. In de nacht van dinsdag op woensdag overleed hij. Hij was pas 69 jaar.”

Bizarre tijd

“Mijn broer en ik waren de laatste dagen zoveel mogelijk bij hem. Volledig ingepakt in zo’n blauw pak, net twee smurfen. Het laatste uur van zijn leven, zei ik: fuck it. Ik heb het pak uitgetrokken en het mondkapje afgedaan. Ik wilde dat hij me zag. Mijn broer deed hetzelfde. Dat was onze keuze op dat moment, maar wel met het gevolg dat mijn broer corona kreeg en niet bij de uitvaart aanwezig kon zijn. Een bizarre tijd.”

Na zijn overlijden besloot Sylvia een tatoeage te laten zetten met een beetje as van haar vader. Op haar ruggengraat prijkt nu een vergeet-mij-nietje: “Om hem niet te vergeten, wat natuurlijk nooit gebeurt, maar op deze manier is hij altijd dicht bij me.”

Blijf bij je basis

“De tattoo staat ook symbool voor: vergeet niet waar je voor staat en wie je bent. Blijf bij je basis. Mijn vader is heel lang ongelukkig geweest, ik wil dat voor mezelf niet. Als mijn gedachten goed zijn, voel ik mijn tatoeage gloeien. Ik weet niet of dat echt zo is, misschien zit het in mijn hoofd, toch is het voor mij een bevestiging dat het goed is.”

Heb jij een tatoeage met een speciale betekenis waar je graag over wil vertellen? Laat het ons weten via: redactie@grooteindhoven.nl