PSV heeft een heerlijke week achter de rug. Drie overwinningen op rij zorgden voor negen punten, waardoor de titel iedere week weer een stukje dichterbij komt. Gaan deze zeges gepaard met groots spel? Zeker niet. Met hangen en wurgen worden de puntjes binnengehaald, maar daar taalt helemaal niemand naar in Eindhoven.
In de rest van Nederland worden er tranen met tuiten gehuild over het feit dat de lijstaanvoerder niet swingt. De haat en afgunst van de Westerse media nemen af en toe potsierlijke vormen aan. Je hoeft geen tv-programma te kijken of de klaagzang daalt over je neer. Het is een teken dat het goed gaat met de club, want ze kunnen beter over je klagen dan van je eten. Nog erger is het wanneer men medelijden met je gaat krijgen, zoals nu bij Feyenoord het geval is. Ofwel: de club die volgens de ‘kenners’ in het begin van het seizoen fantastisch had ingekocht en zou voortborduren op de successen van het vorige seizoen. Niets is echter minder waar. De Rotterdammers hebben tientallen miljoenen uitgegeven en staan nu op tweeëntwintig punten achterstand op PSV.
Als deze achterstand bij Ajax of PSV het geval zou zijn, dan was de coach al lang en breed bij het oud vuil gezet. In Rotterdam gaat men over tot orde van de dag. Daarom wordt men ook maar eens in de zeventien jaar kampioen, het topsportklimaat ontbreekt op sportcomplex Varkenoord. In Amsterdam werd in de winterstop Erik Ten Hag op het schild gehesen als de nieuwe uitvinder van het voetbal. Inmiddels blijkt de Tukker ook geen wonderdokter en presteren de Ajacieden niet beter dan onder trainer Marcel Keizer.
PSV kan dus dit seizoen profiteren van de wanorde bij de concurrentie. Een kampioenschap kan een boost zijn voor de hele organisatie. Want weten de Eindhovenaren zich te kwalificeren voor de Champions League dan kan het een startpremie van liefst dertig miljoen euro opstrijken. Een flinke pot met geld die je kunt gebruiken om het gat met de concurrentie verder te vergroten. Het is dus volkomen logisch dat bij PSV de drie punten heilig zijn. De intocht op de platte kar komt steeds dichterbij.