Heel wat Gestelnaren hebben bij Silvia van den Hurk-Thielemans (68) voor de balie gestaan. Deze rasechte Eindhovense werkt namelijk al vijftig jaar bij Apotheek Ridas. Een halve eeuw waarin het werk van een apothekersassistente enorm veel veranderd is. Wat niet veranderd is, is haar passie voor het vak. En hoewel ze recht heeft op een leven als pensionado, denkt ze er niet aan om te stoppen. “Zolang ik er plezier in heb, ga ik door.”
Door Marjolein van Hoof
Dat Silvia in veel harten een plekje heeft veroverd, blijkt uit het aantal felicitaties en cadeautjes die ze ontving voor haar 50-jarig jubileum. Meer dan 80 appjes kreeg ze, en in haar huiskamer prijken tientallen lieve kaarten vol complimenten over haar vriendelijkheid en steun in al die jaren. “Heel leuk en ook emotioneel”, reageert Silvia.
“Het mooiste aan mijn vak is het contact met mensen. Ik praat graag en bied ze een luisterend oor. Mensen waarderen dat en je bouwt een band op. Niet alleen met de patiënten, vaak ook met de mantelzorgers. Als iemand sterft en je hoort achteraf dat je bijvoorbeeld ook voor hun kinderen een steun bent geweest, dan doet dat wat met je.”
Droom
Apothekersassistente worden was niet direct de grootste droom van Silvia. “Mijn vader was voorzitter van voetbalclub EVV en als meisje ging ik altijd met hem mee. Jarenlang liep ik daar rond tussen de voetballers en natuurlijk de verzorgers. Zo kwam ik op het idee om fysiotherapie te studeren. Met mijn mulodiploma werd ik niet toegelaten tot die opleiding. Mijn vader stelde voor: waarom studeer je niet eerst voor apothekersassistente? Deze opleiding zat op de Le Sage ten Broeklaan. Zo is het gekomen. Ik had eigenlijk geen idee wat een apothekersassistente deed”, lacht ze.
Met haar diploma op zak ging Silvia op haar 18e aan de slag bij Apotheek Ridas, toen nog gelegen aan de Hoogstraat. “Meneer Kerssemakers nam mij aan: een fijne man. Helaas is hij onlangs op 89-jarige leeftijd gestorven. Mijn gouden jubileum heeft hij net niet meegemaakt”, zegt ze spijtig.
Pillendraaiers
Het vak zag er vroeger heel anders uit dan nu. “Apothekers werden pillendraaiers genoemd. De nadruk lag op het zelf maken van medicijnen. Dat deden we in hele grote hoeveelheden. Pillen maakten we door een soort deeg uit te rollen tot een lange slang, dat werd met een apparaat in stukjes gesneden en dan maakten we er bolletjes van. Ik zie het me nog zo doen”, gebaart Silvia.
“Poeders mengden we zelf, kleine hoeveelheden verdeelden we op het oog! En we maakten bijvoorbeeld trekzalf, crèmes tegen doorligplekken, oogdruppels en niet te vergeten: liters hoestdrank. In een kleine aangepaste wasmachine stopten we kilo’s suiker en andere grondstoffen. Dat werd gemengd, verwarmd en daarna gefilterd door een doek. Best een kliederzooi want het was puur suikersiroop wat eruit kwam.”
Zelfs de etiketten werden destijds handmatig geschreven. “Later kwam de typemachine en daarna de computer. Daar ben ik nooit helemaal beste vriendjes mee geworden, maar ik wist me staande te houden.”
Veranderingen
Toen Silvia in 1974 bij Ridas aan de slag ging, was het nog een relatief kleine apotheek. “We hadden vooral patiënten van binnen de Ring. Met de komst van de wijken Hanevoet, Ooienvaarsnest en Genderbeemd werden we steeds groter. Ik heb ook verschillende verbouwingen meegemaakt mét verschillende interieurs. Hout, groen, blauw: ik heb het allemaal gezien”, grinnikt ze.
De grootste verandering in al die jaren is toch het werk zelf. Medicijnen maken is er niet meer bij, de nadruk ligt nu op het geven van voorlichting en advies. “Op school leerde ik amper waar een medicijn voor was en wat het deed. Door nascholing en praktijkervaring heb ik dat geleerd.”
Voorlichting
“Mensen denken vaak dat apothekersassistenten alleen maar een medicijn uit de kast hoeven te pakken, een etiketje erop plakken en klaar. Het is veel meer dan dat. We hebben een belangrijke rol in de beoordeling van medicatie, kijken bijvoorbeeld of bepaalde medicijnen niet met elkaar botsen. We controleren dus het werk van de arts. We geven advies als er sprake is van bepaalde bijwerkingen en indien nodig passen we de medicatie aan. Mensen op hoge leeftijd hebben vaak veel medicijnen: zijn ze allemaal nog nodig? Uiteraard doen we alles in overleg met de arts.”
Het valt Silvia op dat mensen steeds minder geduld hebben. “Het moet vaak: snel, snel, snel. En patiënten zijn veel mondiger geworden. Agressieve mensen zijn er ook. Je moet dan vooral rustig blijven en alles goed uitleggen. Leef je in in de mensen tegenover je, dat is heel belangrijk.”
Multicultureel
In 2018 verhuisde Apotheek Ridas van de Hoogstraat naar de Lassusstraat. “We zijn inmiddels echt een onderdeel van de buurt. Het is een oude, multiculturele wijk. Bij ons werken meisjes met verschillende nationaliteiten en dat past heel goed. Door ASML hebben we ook steeds meer Engelstalige patiënten en er wonen tegenwoordig Oekraïners in de buurt. Goed communiceren kan een uitdaging zijn en dan is een vertaalapp heel handig.”
Naast de band met de patiënten, geniet Silvia van haar collega’s. “In 2003 werd ik coördinerend apothekersassistent en ging ik me meer bezighouden met het team. De planning maken, stagiaires begeleiden en nieuwe collega’s inwerken. Ik heb me altijd als een vertrouwenspersoon gevoeld. Vroeger was ik de moeder van het team, tegenwoordig de oma”, lacht ze.
Haar ervaring gaat voorlopig niet verloren voor Apotheek Ridas. Silvia blijft er nog steeds twee dagen in de week werken. “Mensen moeten natuurlijk niet gaan denken: Loopt die ouwe hier nog steeds rond? Daar ben ik wel eens bang voor, maar ik ga mee met de tijd en hoop nog heel lang hier te blijven. Desnoods in de toekomst met rollator en al”, knipoogt ze.