EINDHOVEN - Matigheid, in het Latijns Sobriëtas, daar kon men ook in Eindhoven wel wat meer van gebruiken aldus een artikel in het lokaal dagblad van 12 oktober 1951. De cijfers waren namelijk ronduit onthutsend.In Nederland was in 1949 voor ruim 675 miljoen besteed aan alcoholische drank en bijna 550 miljoen Hollandse guldens in rook opgegaan aan sigaren en sigaretten. Het totaalbedrag, een dikke 1,2 miljard gulden was bijna net zoveel als Nederland na de oorlog aan Marshallhulp had ontvangen.En hier blijft het niet bij, het wordt nog erger: het katholieke volksdeel zou in totaal zo’n 200 miljoen spenderen aan bovengenoemde genotsmiddelen terwijl ze in dezelfde tijdspanne slechts 1,5 miljoen gulden offerden voor de Missie, voor de labeur die paters en nonnen verzetten in verre ontwikkelingslanden. De pimpelende katholiek moest zich ernstig in een hoekje gaan zitten schamen!De drankbestrijdersvereniging Sobriëtas – in de volksmond ook wel bekend als de Blauwe knoop – was na de oorlog niet zozeer voor algehele onthouding van drank als wel voor een algehele versobering van het amusementsleven. De zogenaamde drinkdwang moest worden doorbroken. Daarvoor in de plaats moest meer stijl in het uitgaansleven worden gebracht. Om de Eindhovenaar op het gevaar van veelvuldig drankgebruik te wijzen, ging een lezingencyclus van start waarin diverse deskundigen ingingen op de invloed van het alcoholisme op het maatschappelijk leven, het gezin en het individu. Als laatste zou hoofdinspecteur van politie Hanegraaf spreken over de relatie tussen alcoholgebruik en criminaliteit. Plaats van handeling voor deze stichtelijke lezingencyclus: Café Old Dutch op de Markt…