Beschrijving van Eindhoven (II)

EINDHOVEN - Vorige keer gingen we ruim twee eeuwen terug in de tijd naar het Eindhoven gezien en beleefd door dominee Stephanus Hanewinckel. Klooster Ten Hage noch het rumoerig gezelschap in het Coffiehuis bevielen hem.

Deze keer gaat hij opnieuw op pad, nu naar de dinsdagse weekmarkt die wijd en zijd bekend is in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch, het gebied dat grofweg het oostelijke deel van Noord-Brabant omvat. Hij is verbaasd over het groot aantal bedelaars die ook uit de verre omgeving naar deze markt komen én geërgerd door het groot aandeel jongemannen.

‘Een oude afgeleefde gebrekkige bedelaar heeft met recht aanspraak op ons medelijden, maar zulken die zeer goed in staat zijn, om door werken den kost te verdienen zijn schandvlekken in de maatschappij, anders gezegd ballasten der aarde.’

Dan de handelswaar zelf. De dominee merkt op dat de prijzen, die er voor boter en de diverse granen moet worden betaald, tot de volgende dinsdagmarkt door zowel kopers als verkopers in de gehele Meierij stipt worden aangehouden. En hij stuit op een wel zeer merkwaardig fenomeen.

‘Men heeft hier ook de gewoonte om op de marktdagen het horloge van het stadhuis terug te zetten, opdat de vreemdelingen dan zo veel te langer zouden vertoeven en dus meer verteren.’

Boven de deur van het stadhuis merkte hij vervolgens een vers op dat mogelijk veel verklaart: Audi vide et tace si vis vivere in pace, oftewel: Hoor, zie en zwijg als je in vrede wil leven.