Het Regionaal Centrum Eindhoven (RHCe) vist met regelmaat een pareltje uit het rijk gevulde archief. Ditmaal een bezoek van bokslegende Bep van Klaveren uit Rotterdam.

De aankondiging van ‘The Dutch Windmill’ zorgde destijds voor flink wat opwinding. Van Klaveren was uitgenodigd voor een boksdemonstratie en verschillende wedstrijden in de Philips Schouwburg. Op het affiche is zijn voornaam abusievelijk verkeerd gespeld: Beb in plaats van Bep.

Eindhoven is nooit een grote boksstad geweest, zo min als Nederland een boksgeschiedenis heeft, zo schreef een correspondent van een lokaal dagblad in 1976. De correspondent leek niet onder de indruk van de nieuwe generatie boksers. In zijn ogen waren ze te agressief en verloren ze het subtiele spel van het boksen. Het was eerder een vorm van straatvechten, vond hij.

De Pugulist

Terug in de jaren ’30 was dat anders, toen boksscholen zoals ‘De Pugilist’ van Janus Herks en ‘Sportschool Eindhoven’ van Huib Huizenaar floreerden. Er was een dieper begrip, meer passie en aanzienlijk meer talent voor het boksen. Het was een periode van ’gecultiveerd boksen’, waarbij zelfs intellectuelen, die hun spieren wilden trainen, werden aangetrokken tot de sport.

Ondanks de populariteit van de sport waren er obstakels. De Kerk verzette zich sterk tegen het boksen, en Paus Pius IX associeerde het met de gewelddadige gevechten in het oude Romeinse Colosseum. Lokale overheden, waaronder die van Eindhoven, hadden hun eigen boksverbod ingesteld, waarbinnen boksen alleen was toegestaan in besloten clubs. De Duitse bezetter doorbrak dit verbod in 1941, omdat ze boksen zagen als een middel om jonge mannen in goede conditie te houden.

Vijf paar handschoenen, een zandzak en een punchbal

In de tijd van de Tweede Wereldoorlog, in februari 1944, vestigde André Rasenberg zich in Eindhoven om een derde boksschool te openen, genaamd ‘De Ring’. Deze naam knipoogde naar de allereerste boksvereniging van Eindhoven, waar Rasenberg zelf had getraind tijdens zijn indrukwekkende bokscarrière. Vanwege de schaarste aan middelen was de uitrusting van zijn school beperkt; slechts vijf paar handschoenen, een zandzak en een punchbal. Ondanks de naam, ontbrak het de school aan een echte boksring.