EINDHOVEN - “Tien keer opdrukken”. Dennis Verhoeven (37) is onverbiddelijk. Mijn dekking liet ik even zakken en ik moet op de vloer. “Dat doe je niet nog een keer”, zegt hij, quasi serieus, als ik na het overeind komen weer aanzet met stoten. Ook hij slaat op de pads bij mij. Vol. “Hoeken zijn mijn specialiteit”, zegt hij trots. Deze wereldkampioen uit Gestel is een begrip in de wijk. Zijn tomeloze inzet voor diens jonge inwoners werd onlangs beloond met 1000 euro door de gemeente.

In de ring was zijn bijnaam The Sledgehammer: als hij aanklopte, was je zeker thuis. Hij traint vier keer per week én geeft les bij Fidan Gym, aan het Willaertplein in de Bennekel. Kent alle kinderen bij naam. Spreekt hangjongeren aan op straat. “Kom trainen, doe iets. Ik wil ze iets meegeven.” Altijd met open vizier. Zou hij ook niet anders kunnen. Als hij in de huiskamers kon komen, plukte hij de kids van de bank af. “Als ze zeggen dat ze niet kunnen sporten, zeg ik ‘wat als ik dat nou zou zeggen, over mezelf?’. Reageren ze meteen anders.”

Verhoeven is officieel Europees Kampioen en Wereldkampioen in het middelgewicht. Vanmiddag assisteert hij sportschoolhouder Yucel Fidan (39) tijdens de training. ”Een geweldige vent”, aldus Fidan. “Positief ingesteld en de kinderen zijn dol op hem. Dennis geeft energie.” Voor zijn vrijwillige arbeid voor de wijk, kreeg Dennis Verhoeven onlangs van de gemeente Eindhoven, een cheque van 1000 euro: een waarderingssubsidie.

Hij is ook een vast lid van het Leefbaarheidsteam in de wijk, dit alles naast zijn vaste baan bij Buchrnhornen. Hij heeft Artogrypose multiplex: te veel katoen, te weinig elastiek zogezegd in zijn lijf. Zou daarnaast ook nooit kunnen lopen, aldus dokters toentertijd. “Ik heb het tegendeel wel bewezen.” Verhoeven straalt in alles uit: Ik. Kan. Alles. Hij lacht daarop. “Ik heb wel ooit als kind geprobeerd om mijn handicap in te zetten. Zei ik tegen mijn ouders dat ik iets niet kon, omdat ik gehandicapt was. Daar trapten ze niet in. Nooit.”

Als zijn omgeving hem niet zo gesteund had, stond hij hier niet, beseft hij. ”Dat weet ik heel zeker. Ik ben nooit als een invalide behandeld. Kinderen vragen soms me wat er met me aan de hand is. Die zijn daar heel eerlijk daarin. Dat leg ik dan simpel uit aan ze uit.” Hij vervolgt. “Ik geniet ervan om met ze bezig te zijn. Ze te zien groeien. Hier. Ik hoor het ze soms zeggen: ‘Als Dennis het kan, dan kan ik het ook!’. Prachtig, vind ik dat.”