Het einde van de coronacrisis lijkt enigszins in zicht. Met de komst van een vaccin gloort er hoop aan de horizon. Hopelijk gaat dat ons brengen wat we allemaal heel erg missen: elkaar. Ik merk dat ik de oude vertrouwde dingen mis. Kleine vanzelfsprekende dingen, zijn ineens niet meer zo vanzelfsprekend.
Het knuffelen van mijn ouders en de genegenheid van vrienden, maar ook het opzoeken van de drukte, luisteren naar live muziek en een hapje eten in de stad. Ik mis het allemaal. Tegelijkertijd besef ik me dat er mensen zijn die het veel moeilijker hebben. Mensen die in onzekerheid leven, omdat hun baan op de tocht staat.
Gezinnen die hutje mutje op elkaar zitten en mensen die sinds maart een geïsoleerd bestaan hebben. Voor hen is de komst van een vaccin goed nieuws. Een jongeman vroeg me vorige week of ik me laat vaccineren. Ik antwoorde hem dat hoewel ik het best spannend vind, omdat het een nieuw middel is, ik me zeker ga laten vaccineren.
Als de kwaliteit van mijn leven erop vooruit gaat, dan neem ik dat kleine risico graag voor lief. De jongen keek me verbaasd aan. Hij snapte niet dat ik vertrouw op de instituties, de wetenschappers en het nieuws op tv. Volgens hem is het een groot complot tegen de mensheid. Toen ik hem vroeg waar hij zijn informatie vandaan haalt, was zijn antwoord verbazingwekkend. De sociale media en een aantal deskundigen vertellen volgens hem de echte waarheid.
We hebben veel informatievrijheid, maar ook de bijbehorende verantwoordelijkheid om onderzoek te doen naar de bron. Ik respecteer ieders keuze om zich al dan niet te laten vaccineren. De een gaat er makkelijker mee om dan de ander. Laten we onze keuze wel maken op basis van informatie vanuit aantoonbaar betrouwbare bronnen. Ik kijk uit naar het moment dat we elkaar weer kunnen ontmoeten en de kleine dingen weer vanzelfsprekend worden. We missen elkaar, daar zijn het allemaal over eens.