De industrie is een sector waarbij verduurzaming niet heel hard gaat. Niet omdat de sector zijn best er niet voor doet, maar omdat duurzaam werken om meerdere redenen lastiger is dan in andere sectoren. Zo willen fabrieken wel overstappen op stroom in plaats van dieselmachines, maar dat stuit op bezwaren van de stroomleverancier. Het gaat uiteraard altijd om krachtstroom aansluitingen en die vergen nogal wat. Als er niet genoeg stroom kan worden geleverd dan is er een groot probleem. De stroombedrijven doen hun best om de capaciteit te verhogen, maar dat gaat forse investeringen kosten en is niet binnen een jaar geregeld.
Duurzame machines voor de industrie
Bedrijven investeren al flink in elektrisch vervoer. Het aantal elektrische bestelwagens neemt snel toe en er komen ook steeds meer elektrische vrachtwagens. Maar die moeten dan wel weer aan de laadpaal en ook die vraagt om stroom. Soms zijn ook de laadpalen duurzaam, want er zijn bedrijven die ze leveren met een overkapping met zonnepanelen, zodat ze hun eigen stroom kunnen opwekken. En dan zijn er de elektrische machines zoals een schroefcompressor of zuigercompressor die zijn equivalent op diesel moet vervangen. Innovatieve, groene machines die zeer schoon werken, maar ook een stopcontact nodig hebben.
Innovaties in de bouw
In de bouw staan de ontwikkelingen ook niet stil. Ook hier draaien de compressoren met elektromotoren van Kaeser compressoren. En er komen ook steeds meer hijskranen en shovels die niet meer draaien op vervuilende dieselmotoren. Hierdoor kunnen bouwprojecten ook doorgaan in gebieden waar strengere regels gelden voor de uitstoot van stikstof omdat er natuur vlakbij is. Dit biedt kansen om iets te doen aan het nog altijd grote tekort aan nieuwe woningen in Nederland. Er moeten als het aan de overheid ligt ieder jaar 100.000 nieuwe huizen bij komen, een aantal dat lang niet ieder jaar wordt gehaald door hoge kosten en strenge regels.
En huis uit de fabriek
Een nieuwe techniek die steeds vaker wordt toegepast is ‘een huis uit de fabriek’. Woningen worden grotendeels prefab gemaakt in een fabriek. Vervolgens worden ze in delen naar de bouwplaats gebracht en daar in elkaar gezet. Dat betekent dat er op een bouwplaats veel minder machines nodig zijn. Natuurlijk nog altijd wel een kraan die de prefab delen naast en op elkaar moet zetten. Bouwen gaat op deze manier vaak een stuk sneller. Woningen worden op deze manier soms al compleet met badkamer en keuken afgeleverd. Prefab werd eerst vooral toegepast bij flexwoningen, maar tegenwoordig ook bij huizen die bedoeld zijn voor permanente plaatsing. Er zijn bedrijven die zich hier specifiek op richten, net zoals er bouwers zijn die zich specialiseren in houtbouw, een manier van bouwen die zowel voor kantoren als voor woningen wordt toegepast. Soms heeft een pand nog wel een constructie van staal of beton, maar met de nieuwste technieken is het mogelijk om een huis volledig uit hout op te bouwen zonder dat het risico er is dat de woning instort of te koud is.