Ben ik een fan van ons koningshuis? Nou, niet in het bijzonder. Ik ben in ieder geval niet idolaat en sta beslist geen uren in de rij om een glimp van een van hen in het echt op te vangen.

Toch heb ik enkelen van zeer dichtbij mogen meemaken. Dat was als journalist zijnde. De eerste ontmoeting was met Prins Bernhard, lang geleden. Tijdens de presentatie van het boek ‘De bezetter bespied’ kreeg ik zelfs de gelegenheid een kort gesprekje met de gemaal van de toenmalige koningin Juliana te hebben. Mijn indruk? Een hele charmante en hoffelijke man. Het zou niet bij deze ene ontmoeting blijven. Prins Bernhard onderhield nauwe contacten met enkele Eindhovense zakenlieden en af en toe bracht hij hen een bezoekje, waarvan ik dan weer op de hoogte gesteld werd, teneinde daar een kort verslagje van te maken. Ook prinses Margriet was regelmatig in Eindhoven te gast. Haar betrokkenheid met het Rode Kruis was de reden dat zij meerdere malen de Eindhovense afdeling bezocht. De prinses was altijd bescheiden en had bewondering voor alle vrijwilligers waarmee ze ook spontaan in gesprek ging. Zo heel anders was dit het geval met koningin Beatrix. Tijdens een werkbezoek mocht ik als uitgenodigde pers even aanwezig zijn bij een werkbezoek in Eindhoven. De vorstin liet blijken dat de aanwezigheid van de pers door haar als een noodzakelijk kwaad werd gezien en zo kort mogelijk gehouden moest worden. Bij de opening van het nieuwe Van Abbemuseum daarentegen straalde ze als een echte majesteit. Ze was gewillig voor de fotografen en journalisten en sprak belangstellend met de aanwezige kunstenaars. Onze koning staat echter bij mij op nummer één. Tijdens zijn militaire opleiding heb ik hem mogen spreken. Hij straalde vrolijkheid uit, maakte grapjes en was benaderbaar. Afgelopen week liet hij zich als een echte soulmate zien, door samen met zo’n 200 mariniers in de Schotse Hooglanden een bergtraining mee te maken. Hij beklom een klif, roosterde visjes boven een kampvuur en overnachtte buiten onder een zeiltje. Super toch?