Hij heeft zich keurig staande gehouden. Ik heb het over de majestueuze beuk in onze achtertuin. Het is een prachtexemplaar.
Weliswaar staat hij niet midden in onze bescheiden achtertuin, maar precies in een hoekje waardoor zowel onze naaste buren alsook twee achterburen het volle genot van deze kanjer ervaren. Overigens hebben we hem niet zelf geplant. Hij hoorde gewoon bij de koop. Naast ons huis, op gemeentegrond, staan een aantal eiken en tegenover ons huis een spar die qua grootte zo in een Noors bos zou kunnen staan. Met andere woorden, veel bomen rondom ons huis. Prachtig natuurlijk, maar zodra het hard gaat waaien word ik onrustig. En eerlijk gezegd is dat iets nieuws, want wind vind ik eigenlijk heerlijk.
Bij harde wind heb ik het gevoel dat niet alleen dode takken en bladeren de lucht invliegen, maar dat er ook in mijn hoofd muizenissen worden weggeblazen. Afgelopen weekend genoot ik echter niet van het natuurgeweld dat ons land trof. Nauwlettend hield ik de buienradar in de gaten en wanneer ik weer een windvlaag hoorde aanrollen hield ik mijn hart vast. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen. Slechts enkele takken legden het loodje. Bomen zijn de longen van de aarde. Om de CO2 uitstoot te lijf te gaan zouden er veel meer bomen moeten komen. Daarom gaat het Brabantse provinciebestuur de komende tien jaar veertig miljoen bomen planten.
Dit betekent dat er zo’n 13.000 hectare bos bijkomt. Maar wij kunnen natuurlijk met z’n allen ook iets doen. Sinds drie jaar woon ik in een boomrijke omgeving. Ondanks de angst dat er bij harde wind eentje omvalt, geniet ik er dagelijks van. Daarbij zuiveren ze onze lucht en dat is in Eindhoven geen onbelangrijke factor want de luchtkwaliteit is hier bar en boos. Met het voorjaar voor de deur pleit ik: koop een boom. Een berk, een beuk, een prunus, een linde, het maakt niet uit. Je hebt er het hele jaar plezier van en mocht er weer een storm voorspeld worden. Ik weet nu dat de veerkracht van bomen verankerd zijn in stevige wortels, die heel veel rukwinden kunnen weerstaan.