Moeten we angst hebben voor het coronavirus? Volgens premier Mark Rutte is het niet nodig om op onze vliegvelden extra controles uit te voeren. In dit jaargetijde heeft er altijd iemand wel een griepje onder de leden.

Natuurlijk herkent iedereen zich in deze woorden. Bij mij kondigt zich een verkoudheid steevast aan wanneer ik een aantal keren achter elkaar moet niezen. Om benauwdheid te voorkomen smeer ik al in een vroeg stadium dampo op mijn lijf en een verstopte neus of beginnend voorhoofdsholteontsteking bestrijd ik door de stoom van heet water met oplosbare mentholbolletjes te inhaleren. Overigens: een hand voor je mond houden wanneer zich een hoest- of niesbui aankondigt, wordt afgeraden. Alle vrijgekomen bacteriën of virussen bevinden zich dan op je handen en kunnen via deurknoppen en andere aanrakingen worden doorgegeven.

Beter is om een zakdoek voor je mond te houden of de binnenkant van je elleboog voor je mond te houden. Toch denk ik dat wanneer het eerste coronavirusslachtoffer in Nederland wordt ontdekt, ieder kuchje of niesje opeens anders beoordeeld wordt. Vooralsnog ga ik ervan uit dat we in Nederland met z’n allen het coronavirus zullen overleven. En wanneer ik het over overleven heb, dan zie ik de beelden weer voor me van een man en een vrouw die afgelopen zondag tijdens een documentaire op tv vertelden over hun concentratiekampervaringen. Hoe zij zich gedurende een driedagen durende treinreis naar het Poolse Auschwitz staande wisten te houden.

Een gang naar de gaskamer voorkomen werd door uit een reeds geselecteerde (doden)rij te stappen en zelfs de dodelijke ziekte tyfus hen niet klein kreeg. Twee negentigjarigen deden hun verhaal. Twee sterke mensen. Terwijl niemand van hun naaste familie dit vreselijke kamp overleefde, deden Ernst en Lotty 75 jaar na hun bevrijding hun aangrijpende verhaal. Het ontroerde me en ik begrijp hun drijfveer om jonge kinderen op school deelgenoot te maken van hun leven. Dit mag nooit meer gebeuren.