Afgelopen week was ik na maanden weer op werkbezoek in de wijk. In de afgelopen periode had ik tijd nodig om mijn focus voor de nieuwe periode scherp te krijgen. Daarnaast kreeg ik er nieuwe verantwoordelijkheden bij (Werk & Inkomen), waar ik nog het een en ander over te leren had.

Daar was dus even tijd voor nodig. Maar intussen heb ik mijn draai weer gevonden. Dus is er ook weer ruimte in de agenda voor de bijzondere ontmoetingen in de stad. Ik had al bepaald dat deze column over mijn eerste wijkbezoek in maanden zou gaan. Hoe fijn het is om de betrokken buurthelden weer tegen te komen en even een kletsje te maken.

Maar ik werd onverwacht geraakt door een gesprek met een groepje ambtenaren, die zich bezig houden met het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Mensen van onze werkvloer, die erop toezien dat er niet gefraudeerd wordt. En die Eindhovenaren uit de bijstand naar werk proberen te helpen. Vaak heeft de politiek een opvatting over het werk dat zij doen. Maar zelden wordt er met hen gepraat om op basis van hun directe ervaring besluiten te nemen.

Ik zag gepassioneerde ambtenaren die aan de ene kant de beschermers zijn van belastinggeld, dat zij namens ons alleen aan mensen willen geven die het echt nodig hebben. Aan de andere kant willen ze graag hun menselijkheid en gevoel volgen om mensen in moeilijke situaties uit de put te trekken.

Na het gesprek realiseerde ik me hoe ontzettend veel we van deze mensen vragen. Hoe snel we oordelen over hoe zij hun werk verrichten. Maar hun kunst van het balanceren is een delicate en ingewikkelde taak. Het raakte me, dat zij hier dagelijks zo gepassioneerd en bewust mee omgaan. Fijn dat ik ze hier de komende periode als wethouder in kan bijstaan.