Ik was twintig toen ik ’s nachts uit bed sloop om de zoldertrap op te rennen. De denkbeeldige riem om mijn borstkas liet me nachtenlang naar adem happen tot mijn vingers tintelden. Ergens las ik dat fysieke inspanning helpt om de zuurstofbalans in je lijf te herstellen. En dus rende ik. Op en af. Op en af. Tot mijn hart bonkte. En mijn hoofd gonsde.
Een paar weken ervoor pleegde een kennis zelfmoord. ‘Hij kon zo piekeren’, ‘hij was altijd bezig met wat anderen van hem vonden’, ‘hij wilde niet dood’, vertelden zijn vrienden. Vanaf toen sloeg mijn jarenlang sluimerende gepieker om in acute paniek. Ik werd bang. Bang voor heel veel. Maar vooral dat mijn gedachten groter zouden worden dan mijn wilskracht. De zoldertrap werd mijn uitweg.
Pammetjes en pommetjes
Mijn aanpakmentaliteit sleurde me naar de dokter. ‘Een pilletje zodat je weer kan slapen’, zei hij simpelweg. ‘Wat voor pil?’ vroeg ik. ‘Oxazepam’. ‘Nee’, zei ik. Een vriend (student psychologie) adviseerde ooit - waar mogelijk - weg te blijven van pammetjes en pommetjes. De dokter keek verbaasd. Probeerde me drie keer te overtuigen. ‘Ik wil naar een psycholoog’ fluisterde ik.
De weg naar mentale gezondheid bleek hobbelig en lang. Er zijn dingen die helpen; schrijven, de zachte blik van mijn lief, dingen uitspreken, gezond eten, therapie. En dingen die me uit balans brengen. Weinig slaap. Sterke meningen van buitenaf. Prestatiedruk.
Helaas ben ik niet de enige. Eén op de drie jongeren kampt met mentale klachten. Daarom was afgelopen week ‘de week van mentale gezondheid’. Om het belang van een gezonde kop bespreekbaar te maken. Ken je iemand die worstelt? Ontkracht, bagatelliseer of vermijd níet. Maar luister. Zonder oordeel. Met een open hart. Ben jij iemand die worstelt? Weet dat je niet gek bent. Of de enige. We zijn met veel meer.
dit-dus.nl
Column