Het hing lange tijd in de lucht, maar nu is het officieel, Lozano heeft PSV verlaten voor Napoli. Door de recordtransfer heeft PSV de gewenste miljoenen binnen en kan er verder worden gebouwd aan het elftal.
Het vertrek van de kleine Mexicaan biedt ook kansen aan andere spelers om op te schuiven in de hiërarchie van het team. Met name Gakpo en Ihattaren laten zich gelden en dat is absoluut een compliment voor de jeugdopleiding van de Eindhovenaren. Jaren geleden is er een beleidskeuze gemaakt om volop in te zetten in het zelf opleiden van toptalenten. Nu plukt de club daar de vruchten van. Gelukkig maar, want de transfermarkt is dusdanig op hol geslagen dat voor middelmatige talenten tegenwoordig bedragen worden gevraagd van meer dan tien miljoen euro.
Gezien de kapitaalkracht van de club is het dan onmogelijk om de gewenste versterkingen aan te trekken. Een mooi voorbeeld is de interesse in de Japanner Doan van FC Groningen. Die club verlangt gewoon 14 miljoen euro plus een doorverkooppercentage voor een huis-tuin-en- keukenvoetballer. Een bedrag dat PSV alleen kan investeren als iedereen er honderd procent van overtuigd is dat de voetballer een directe meerwaarde is voor het team. Je kunt dan beter ‘jonkies’ scouten en laten rijpen in de jeugdopleiding. Het feit dat voornamelijk aanvallende spelers de laatste tijd weten door te breken bij PSV is bovendien erg lucratief. Voor aanvallers wordt immers het meeste betaald. Dit betekent dat de Eindhovenaren bij verkoop de clubkas goed kunnen spekken en dat ze ook minder hoeven te investeren in extern aanvallend talent.
Een win-winsituatie dus voor de Rood-Witten. Ihattaren en Gakpo mogen hopen dat ze dit seizoen hun definitieve doorbraak maken. Daarachter staan echter ook al de nodige talenten te trappelen om in het Philips Stadion te mogen spelen. Madueke en Anthonissen springen hierbij het meest in het oog. Het moet heel raar lopen willen deze tieners niet gaan schitteren voor PSV. Wie hen onlangs bezig zag in de Otten Cup, weet dat de club goud in handen heeft.