De Eindhovense binnenstad gaat op de schop. De gladde en grotendeels kapotte rode steentjes die er nu liggen, hebben menig valpartij veroorzaakt. Ook waren ze niet bestand tegen het vrachtverkeer dat moet bevoorraden.
Om te voorkomen dat de herbestrating hetzelfde leven zou zijn beschoren als de herinrichting van het Catharinaplein, dat tig keren op de schop moest voordat er eindelijk een goede, degelijke en vooral gebruiksvriendelijke keuze gemaakt werd, bogen zich allerlei knappe koppen over hoe het er straks uit zou moeten zien. Het resultaat? Een Eindhovense steen! Volgens wethouder Rik Thijs ligt het Eindhovense karakter namelijk in de steen opgeslagen. De ‘levendige structuur van de kiezeltjes in verschillende kleuren in de warm grijze betontegel’ verwijzen volgens hem naar de grond waarop de stad gebouwd is.
Nu wordt nog gekeken of de gekozen tegel ook functioneel is, namelijk vooral niet te glad en oersterk. Volgens mij is dit de verkeerde volgorde. Mijn keuze zou zijn eerst definiëren waaraan een tegel moet voldoen en vervolgens kijken welke mogelijkheden er zijn. Maar ja, misschien ben ik te praktisch ingesteld. Overigens vind ik de tegel best aardig, maar om nu te spreken van een Eindhovense steen? Ik denk niet dat de gemeente daarop een patent kan leggen. Wat de keuze zal zijn van de honderd bomen die eveneens onze binnenstad moeten opsieren en vooral vergroenen, is nog niet bekend. Hopelijk vindt er eerst een inventarisatie plaats van welke soort boom de meeste kans maakt een stadsleven te trotseren. Overigens juich ik het plan toe om de Eindhovense binnenstad straks weer van trottoirs en wegen te voorzien.
Maar voor nu kunnen we het beste de binnenstad mijden. Niet alleen voor auto’s is de stad moeilijk bereikbaar geworden, ook voor fietsers is het levensgevaarlijk om de stad te bezoeken. Tijdelijke stoplichten, ‘duizendeneen’ gele borden, betonnen afzettingen en gele en witte strepen op de weg vormen een labyrint van aanwijzingen waarop menigeen strandt.