Net als iedere andere grote stad heeft ook Eindhoven een aantal paradijsvogels als inwoner. Mensen die door hun afwijkende leef- en of woonstijl een opvallende plek in onze samenleving innemen. Excentriekelingen zou je kunnen zeggen die -vaak tegen alle regels in- hun of haar eigen weg gaan. Bob Heiligers was zo iemand.
Altijd keurig gekleed, vaak in driedelig pak en op zijn hoofd een sierlijke hoed: zo zwierf Bob door zijn stad. Hij was trots op het predicaat dat hij bekend stond als de best geklede clochard van Eindhoven. Een status die hij zich kon permitteren, omdat hij een vaste schare van vrienden en sympathisanten had, die hem regelmatig wat toestopten. Bob kon prachtig tekenen en ook muzikaal stond hij zijn mannetje. Stond, want eind juni overleed hij aan de gevolgen van prostaatkanker. Zijn crematie vond in stilte plaats. Afgelopen zaterdagavond vond in het Gestelse Rozenknopje alsnog een eerbetoon aan hem plaats.
Ik was erbij, want in de afgelopen jaren kruiste Bob ook mijn pad. Terwijl foto’s op een scherm zijn leven in beeld brachten, muzikaal ondersteund door een optreden van The Wasboard String Band, herdacht ieder op eigen wijze de man die zo getalenteerd was, maar er niet in slaagde dit structureel tot een succes te maken. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die hem dit kwalijk namen. Maar gelukkig zijn er ook mensen die met een kwinkslag kunnen denken. Een kwinkslag die ruimte biedt aan mensen die niet in het geijkte gareel lopen. Mensen die de gave hebben een ander lief te hebben of te mogen terwijl die persoon zo geheel anders is.
Zo roemde kunstschilder Cornelis Le Mair zijn tekentalent en zijn muzikale kwaliteiten. Voor mij was Bob een man die tot het straatbeeld van Eindhoven behoorde. Met wie ik soms discussieerde over ‘wereldzaken’, die ik een pilsje en sigaretje gaf en met wie ik over zijn vader, moeder en twee zonen sprak. Bob was hoffelijk, luisterde goed en gaf zijn mening, niet dwingend maar wel overtuigend. Ik ben blij dat ik hem heb mogen ontmoeten.