Het is waarschijnlijk het best bewaarde geheim van Lampegat: wie wordt de ‘neie’. Maandenlang wordt erover gespeculeerd. Nieuwsgierigen kregen afgelopen zaterdag tijdens het Federatiebal in Parktheater Eindhoven het antwoord. Nadat Positívo met ‘ik hou van jullie’ afscheid nam, doorbrak Rogier van Stiphout de stilte en liet weten dat hij als Stadsprins Rogério tijdens carnaval voorgaat in de polonaise.
EINDHOVEN - ‘Ja daar is Rogérioooooo. Prins uit Rio de Janeiroooooo...’, klinkt het uit de speakers tijdens de opkomst van de nieuwe Lampegatse stadsprins tijdens het Federatiebal. In het voorbijgaan zegt hij tegen de verslaggever dat hij dit jaar een Braziliaans tintje geeft aan het Eindhovens carnaval. “Ook leuk dat de energieke hoofdsponsor van onze voetbalclub direct daarop heeft ingespeeld en dat mijn jeugdheld Romario zaterdag naar de optocht komt.” Dat die twee puzzelstukjes in elkaar vallen, is puur toeval. Rogério is er zeer mee in zijn nopjes. “Het heeft zo moeten zijn.”
De opkomst tijdens het Federatiebal omschrijft het gezelschap als overweldigend. “Het voelde als een warm bad. Nóg meer indrukwekkend dan ik me had voorgesteld.” Maandenlang moest het gezelschap zwijgen. In het geheim bedacht het kwintet hun persoonlijke thema Brazilië. Het Lampegats motto ‘Watt ledje’ vraagt bovendien om lempkes. Zodoende zit er ‘rio’ in zijn stadsprinsennaam en verwerkten Mayke Muller en Leanne van Deurzen ‘verlichting’ in de pakken van het gezelschap. “Bij carnaval denk ik aan Rio, samba en kleur. Het komt nu allemaal samen.”
Carnaval viert Rogier vooral met familie, her en der in de stad. Stadsprins worden stond wel op zijn bucketlist, maar toen hij werd gevraagd was-ie flabbergasted. “Ik was vooral heel erg vereerd. Het is once in a lifetime. Na overleg met mijn vrouw Julie heb ik ‘ja’ gezegd.”
Zijn clubke had hij snel bij elkaar. Samen met de adjudanten Maarten en David en de hofdames Mimi en Joyce maakt Rogério er vooral een eigen feestje van. “We leveren een bijdrage aan het Lampegats carnaval en willen tegelijkertijd ook iets nalaten.”