Ik was op weg naar de moskee. Ik kom er niet heel vaak, maar als ik tijd kan maken probeer ik mijn moment van bezinning te pakken. Dat is altijd op de vrijdag. Want het vrijdagmiddaggebed is een belangrijk moment van de week voor de islamitische gemeenschap. Vergelijkbaar met de Sjabbat voor de Joodse gemeenschap en de zondag voor de Christenen. Het is geen rustdag, dus ik kan het tussen mijn afspraken door plannen. En omdat de moskee dichtbij het Stadhuis is, kan ik er prima met de fiets naartoe.
Ik stond stil bij de verkeerslichten bij de Witte dame, richting de Willemstraat. Eerst sloot een leeuw zich aan, daarna een fietskoerier die maaltijden thuis bezorgd. We stonden met z’n drieën op het groene licht te wachten. Op dat kruispunt kan het soms ontzettend waaien en het was na dagen van lekker weer wennen aan de kou.
De fietskoerier maakte ineens een geluid van rillingen. De leeuw en ik moesten lachen. De koerier keek ons aan en zei “it is cold!” Hij vertelde dat hij dit type weer niet gewend was in zijn thuisland. Hij kwam uit India en was hier voor zijn studie. We raakten gedrieën aan de praat. Hij was heel nieuwsgierig waarom de andere fietser nu al in een leeuwenpak was verkleed. Want hij had wel van carnaval gehoord, maar dacht dat het zaterdag zou beginnen. We vertelden hem dat zaterdag een belangrijk hoogtepunt is, maar dat carnaval gepaard gaat met veel andere tradities. Zoals de Drie uurkes vurraf, waar de leeuw naar op weg was.
We misten het groene licht twee keer. Het was een speeddate van drie mensen die om verschillende redenen haast hadden. We leerden elkaar vluchtig kennen en gingen daarna ieder onze eigen weg. De koerier naar zijn bezorgadres (hopelijk was het salade), ik naar de moskee. En de leeuw? Die was op weg naar een avond vol bier en plezier. Salaai!