Van oudsher is de veertigdagentijd een periode van bezinning. Traditioneel wordt er in de tijd tussen Aswoensdag en Pasen (in de katholieke kerk) gevast. Heden ten dage benutten sommigen de tijd om hun alcoholconsumptie te pauzeren. Kunstenares Anita Couwenbergh gebruikt de weken om haar gerecyclede kruisbeelden te exposeren. Ze verwerkte haar verzameling tot installaties, schilderijen en in foto’s. Een selectie is te bewonderen in de Sint Catharinakerk.

EINDHOVEN - De liefde voor tweedehands brengt Anita Couwenbergh vaak naar kringloopwinkels. Met regelmaat stuitte ze op afgedankte kruisbeelden. “Waarom doet iemand die weg, vroeg ik me af. Hij is toch van iemand geweest die je kent of hebt gekend. Het is juist een symbool van hoop in slechte tijden.” Doordat hergebruik Anita’s tweede natuur is, plaatste ze een oproep voor nóg meer kruisbeelden. “Dat leverde heel veel reacties op en evenzoveel verhalen. Ik ben overal naartoe gereden om de kruizen op te halen. Hoorde tal van familieverhalen.

Zo kreeg ik een kruis uit een voormalige Helmondse bakkerij. Hij hing daar om de vloek buiten te houden, zo werd mij verteld.” Wanneer de kruisverzameling op de grond ligt in haar werkkamer, beseft Anita dat het er is geweest tijdens de doop, heilige communie, het trouwen en de dood. “Het was het punt aan de muur waarop de mensen hun verdriet, hoop en geluk richtten. Misschien nog meer dan naar hun geliefden. Het is dus een symbool wat iets doorlaat, maar het lijkt echter steeds meer gesloten te raken.” Langzaamaan ontstond het fotoproject ‘Stilleven met Passie’.

“Het is een poging om het oude symbool los te weken van de klassieke achtergrond, waardoor je ruimte creëert voor nieuwe ervaringen. Vooral als het gestalte loskomt van het kruis. Dan krijg je een heel ander beeld, bijna vrolijk.” Ze maakte 200 foto’s van kruisbeelden in diverse situaties, zoals aan het strand of in de zandbak. “De kruisiging is een fase. Door met je blik daaraan te blijven hangen, kom je niet verder. Iedereen wil na de dood graag herinnerd worden als mens in bloei. In goede daden en niet zozeer in leed.”