Philips heeft in ons land aan de basis gestaan van talrijke technologische doorbraken en ontwikkelingen. Vaak leverde dat het bedrijf successen op, maar soms ging er ook wel eens iets mis. Wie kent nog de Philips DCC (Digital Compact Cassette)? Wat een revolutionaire doorbraak op het gebied van muziekbeleving had moeten betekenen, ging uiteindelijk roemloos ten onder. Bijna 25 jaar nadat de stekker uit het project werd getrokken, is er een kleine opleving voor wat ooit de techniek van de toekomst werd genoemd.
EINDHOVEN - In het Natlab ging afgelopen week de documentaire DCC...There is still music left to write in première. Een kleine honderd genodigden die op een of andere manier betrokken waren bij de ontwikkeling van DCC kwam voor de gelegenheid nog één keer bij elkaar. Om herinneringen op te halen, maar ook om een emotionele periode voorgoed een plekje te geven. “Want het stopzetten van het project doet voor velen die erbij betrokken nog steeds een beetje pijn”, zegt Ralf Porankiewicz die samen met oud-Eindhovenaar Jac Goudsmit aan de basis stond van de documentaire.
PatentenEen digitaal cassettebandje waarmee je muziek kunt opnemen en afspelen. Het zou begin jaren negentig van de vorige eeuw het gat moeten vullen tussen de terugloop van cassettespelers en en de opkomst van de cd. DCC moest concurreren met de gelijktijdig geïntroduceerde mini-disc, maar het ook niet kon bolwerken tegen de beschrijfbare cd en het mp3-formaat. Op 31 oktober 1996 kondigde Philips aan te stoppen met de productie van DCC. Het product faalde, wél werd er veel geld verdiend met patenten, onder andere voor het comprimeren van bestanden, dat een vlucht nam met de opkomst van mp3-spelers.
De documentaire voert een aantal mensen op voor wie DCC nog altijd veel betekent. Voor sommigen een pijnlijke herinnering, anderen koesteren de wil om te innoveren. Voor een aantal early adopters heeft DCC nog altijd een grote nostalgische waarde. In de docu zegt toenmalig president-directeur Jan Timmer dat het project DCC flink wat tegenslagen heeft gekend, en dat met pijn in het hart moest worden besloten het stop te zetten. Dat Timmer aan de documentaire wilde meewerken, is bijzonder, vindt Porankiewicz. “Het siert hem, hert was óók zijn project.”
Dat Porankiewicz en Goudsmit elkaar gevonden hebben is opmerkelijk. Beiden wonen in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië, en leerden elkaar kennen toen ze op internet op zoek waren naar informatie over DCC. Goudsmit, opgegroeid in Eindhoven, is zich met terugwerkende kracht gaan verdiepen in DCC, en ook de belangstelling van Porankiewicz voor de digitale cassettebandjes is recent. “De techniek van toen blijft interessant, het verhaal erachter ook”, zegt Porankiewicz, die in Redondobeach (VS) een heus DCC-museum heeft opgericht. “DCC is niet dood en begraven, het leeft. Nog een klein beetje.”