Wijs houden, de goede toonhoogte bereiken: het is niet iedereen gegeven. Mijn vader was daar het goede voorbeeld van. Voor zijn kinderen mocht hij in een goede bui nog wel eens het kinderliedje klein, klein, kleutertje zingen.

Het feit dat hij vals zong, deerden ons niet. Integendeel het werkte op onze lachspieren en…. we vonden het leuk. Afgelopen zaterdag konden geoefende oren zich tegoed doen aan de perfecte zang van diverse deelnemers aan het Eurovisie Songfestival. Helaas ging het ook geregeld mis. De grootste uitschieter maakte Madonna met een live gezongen versie van haar in 1989 uitgebracht lied Like a prayer. Voor een miljoenenpubliek ging de superster in de fout. De megaster ontving een miljoen euro als gage. En dat bewijst maar weer eens dat niet alleen een stem of muziek, maar vooral uitstraling, rebels gedrag en een spectaculaire show je ook tot grote hoogte kunnen brengen.

Tijdens het zangevenement dachten sommige deelnemers dat ook zij het door hun show of opvallende outfit ver zouden kunnen brengen. De afgelopen jaren was dat meerdere malen het geval, denk aan Conchitta, de vrouw met de baard. De IJslandse punkband Hatari bereikte dit jaar met hun sm-achtige outfit en afgrijselijk gekrijs weliswaar de finale, +maar werd gelukkig niet gehonoreerd met een hoge klassering. Nee, dan ‘onze’ Duncan. In 2014 wist hij de halve finale te behalen van The Voice. Als redelijk onbekende muzikant werd hij voorgedragen Nederland dit jaar te vertegenwoordigen bij het Eurovisie Songfestival.

Bij de bookmakers werd hij al meteen als favoriet getipt. In tegenstelling tot Madonna zong Duncan in Tel Aviv vlekkeloos zijn eigen geschreven lied Arcade. Geen toeters en bellen, alleen een piano, een uitgekiende belichting en een gepassioneerde zanger. “De liefde voor muziek staat voor mij centraal,” liet hij zich ontvallen. En daar kan Madonna een puntje aan zuigen. Als zestigjarige met een belabberde stem heeft zij haar tijd gehad. Hoogmoed komt voor de val, leve Duncan.